WK7 korte les: This is me.... (present continuous revision)

1. Ga rustig zitten
2. Pak je spullen:
Chromebook (dicht!)
Schriften en pen
Tas op de grond
Telefoon in je tas

Present continuous vs
Present simple
Wat is het verschil?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

1. Ga rustig zitten
2. Pak je spullen:
Chromebook (dicht!)
Schriften en pen
Tas op de grond
Telefoon in je tas

Present continuous vs
Present simple
Wat is het verschil?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Learning goals
  • Je gebruikt de present continuous.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen de present simple en de present continuous.
  • Je maakt gebruik van nieuwe werkwoorden.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Road map
  • Warm-up (present simple vs present continuous)
  • Grammar quiz
  • Task instruction: This is me....
  • Work on tasks
  • Review
  • Looking ahead

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Warm-up



-> tegenwoordige tijd
Kopieer deze tabel in je grammar schrift en vul in:
Hoe maak je het? (geef een voorbeeld)
Welke signaalwoorden kom je tegen?
Wanneer gebruik je het?

Present simple
Present continuous

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp + WW (shit rule?)
He goes to work
I walk to school.

always, never, frequently, often, sometimes, seldom, on Saturdays, in the weekend, during the week.

Feiten, gewoontes, regelmatige gebeurtenissen, altijd/nooit
Onderwerp + juiste vorm van TO BE + WW+ing
The bus is leaving right now.
I am running to catch the bus.

right now, at the moment, at this moment, now

Iets dat nu gebeurt
Iets gaat gebeuren in de nabije toekomst
Iets dat altijd gebeurt waar je je aan ergert (always)

Present simple
Present continuous

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Fill in the correct form of the verb
Present continuous of present simple?

Bij iedere vraag kijken we ook naar WAAROM dit de juiste keuze is.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Present simple or present continuous: He _____ (go) for a run every morning.

Slide 7 - Open question

Voordat je het antwoord bekijkt: vraag welke vorm je moet gebruiken en waarom.
every morning = gewoonte
Present simple or Present continuous: Listen! __________ with his band?
A
Does Pete practise
B
Is Pete practising

Slide 8 - Quiz

Voordat je het antwoord bekijkt: vraag welke vorm je moet gebruiken en waarom.
Listen = het is NU aan de gang
present continuous or present simple
I ... (read) a book right now.

Slide 9 - Open question

Voordat je het antwoord bekijkt: vraag welke vorm je moet gebruiken en waarom.

now = signaalwoord
point out: vorm van TO BE
present continuous or present simple
Hurry! The bus .. (leaving)

Slide 10 - Open question

Voordat je het antwoord bekijkt: vraag welke vorm je moet gebruiken en waarom.
het gaat bijna gebeuren

Instruction - This is me...
Maak alle taken
Leer de woordjes

Werk tot 15.05
Niet af? Maak af voor huiswerk voor
morgen
Af? Leer de woordjes

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verwachtingen
Duidelijk wat je moet doen?
Ga aan de slag.
Vragen?
We werken 10 minuten in stilte, daarna mag je rustig overleggen.

  • Wat ga je doen?
  • Wanneer moet dit af zijn?
  • Hoe ga je werken?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Instruction - This is me...
Maak alle taken
Leer de woordjes

Werk tot 15.05
Niet af? Maak af voor huiswerk voor
morgen
Af? Leer de woordjes

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Review
Schrijf 2 zinnen:
1 zin met de present simple
1 zin met de present continuous

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 2 zinnen:
1 zin met de present simple
1 zin met de present continuous

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

NA de volgende slide....

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Looking ahead
"This is me..." moet af voor huiswerk voor morgen. Als je vragen hebt, dan kun je die morgen stellen.

Morgen: 
Bijvoeglijke naamwoorden
Oefentoets

Slide 17 - Slide

This item has no instructions