H4.1 Waarom mensen migreren

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 2

H4.1 Waarom mensen migreren

Planning 

• Vorige les 
• Begin maken paragraaf 1
• Opdrachten maken
• Terugblikken & volgende les  

Leerdoelen

Je kan in eigen woorden uitleggen wat de begrippen migratie en migratieachtergrond betekenen. 

Ben jij wel eens binnen/buiten Nederland verhuist?

Ja

Nee

Migratie 

Duizenden jaren geleden: van het ene continent naar het andere. 

Migratie= verhuizen naar andere woonplaats. 

Tijdens de koloniale tijd: naar koloniën

- vrijwillig of als slaaf

- tot ver na de onafhankelijkheid: van kolonie naar Europa

Migratie 

Na WOII: Uit NL naar de nieuwe wereld op hoop beter leven. 
Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en de VS. 

Na 1960: Naar NL en buurlanden om te werken. 
- arbeidsmigranten (Turkije, Marokko, Italië en Spanje)
- later: gezin laten overkomen

Migratieachtergrond 

= als iemand in het buitenland is geboren

óf als één of beide ouders in het buitenland is geboren

Aan de slag 

Wat: maken opdracht 1 tot en met 3 (WB 69-70)
Wie: individueel 
Hoe: in stilte 
Tijd: 10 minuten 
Vraag?: Steek je vinger op 
Klaar?: Vraag aan mij voor de volgende opdracht 

Terugblikken les 

Leerdoel: 
Je kan in eigen woorden uitleggen wat de begrippen migratie en migratieachtergrond betekenen. 

Huiswerk: 
Opdracht 1 tot en met 3 (WB blz. ) 

Begrippen: migratie, koloniën, emigranten, arbeidsmigranten en migratieachtergrond

H4.1 Waarom mensen migreren

Planning 

• Terugblikken vorige les 
• Redenen voor migratie 
• Opdrachten maken
• Les afsluiten  

Terugblikken vorige les 

Leerdoelen

• Je kunt voorbeelden geven van migratie van en naar de EU en Nederland in het verleden.
• Je kunt verschillende groepen migranten beschrijven
• Je kunt voorbeelden geven van vertrekredenen en vestigingsredenen
• Je kunt beschrijven welke soorten migranten er naar de EU komen en waarom. 

Emigrant 

Vluchteling

Kennismigrant

Arbeidsmigrant 

Welk antwoord hoort hierbij? 

Iemand die vertrekt uit een gebied of land  

A) Emigrant 
B) Arbeidsmigrant 

C) Kennismigrant 
D) Vluchteling

Antwoord A

Welk antwoord hoort hierbij? 

Hoogopgeleide migrant die naar een ander land gaat om te werken. 

A) Emigrant  
B) Arbeidsmigrant 
C) Kennismigrant 
D) Vluchteling

Antwoord C

Wat zou een vestigingsreden zijn?

- (veel) werk
- veilig leven

- goede opleiding 

Wat zou een vertrekreden zijn?

- armoede

- weinig werk

- hongersnood

- oorlog

- discriminatie 

Aan de slag!

Wat: maak opdracht 4 (WB blz. 70)
Wie: met directe buur  
Hoe: fluistertoon 
Vraag?: Steek je vinger op 
Tijd:  5 -10 minuten 

Klaar?: in aantekeningenschrift 3 voorbeelden van vestigingsredenen en 3 voorbeelden van vertrekredenen opschrijven 

Terugblikken

Je kunt voorbeelden geven van vertrekredenen en vestigingsredenen.

Huiswerk: Opdracht 4 + in je aantekeningenschrift 3 voorbeelden van vestigings- en vertrekredenen.  

Huiswerk: opdrachten 1 tot en met 3

H4.1 Waarom mensen migreren

Leerdoelen

• Je kunt voorbeelden geven van migratie van en naar de EU en Nederland in het verleden.
• Je kunt verschillende groepen migranten beschrijven
• Je kunt voorbeelden geven van vertrekredenen en vestigingsredenen
• Je kunt beschrijven welke soorten migranten er naar de EU komen en waarom. 

Planning 

• Huiswerk 
•  Paragraaf 1 afmaken 
• Opdrachten maken 
• Terugblikken 

Wie migreren er naar en binnen de EU?

In veel EU landen is er welvaart, veel werk en veilig om te leven. Veel verschillende groepen mensen migreren naar de EU. 

Wie migreren er naar en binnen de EU?

Groep 1: Arbeidsmigranten : Komen om te werken

- hoogopgeleid= kennismigranten 
    - India, China
    - Techniek, IT
- laagopgeleid

Wie migreren er naar en binnen de EU?

Groep 2: vluchtelingen: voor een veiliger leven 
- Oorlog, slechte naleving mensenrechten 
- Asielzoekers
- Niet allemaal recht om in de EU te wonen (illegaal)

Er is ook veel migratie binnen Europa 

Ook veel migratie binnen Europa 

- vooral naar het noorden en westen 

- rijker, hogere lonen dan in oosten en zuiden

- laagbetaald werk 

Aan de slag 

Wat: maken opdrachten 5,6,7 (blz. 70-72)

Wie: met directe buur 

Hoe: fluitsertoon
Tijd: 10 minuten 
Vraag?: Vraag eerst aan je buur 
Klaar?: Vraag aan de juf wat je erna kan doen

Welk begrip hoort hierbij?
Hoogopgeleide migrant die naar een ander land gaat om daar te werken

1. Migrant
2. Arbeidsmigrant
3. Kennismigrant
4. Asielzoeker

Welk begrip hoort hierbij?
Iemand die vertrekt uit een gebied of land

1. Emigrant
2. Arbeidsmigrant
3. Migratie
4. Kennismigrant

Als iemand in het buitenland is geboren heeft diegene een migratieachtergrond

1. Waar
2. Niet waar

Noem een voorbeeld
van een vestigingsreden