Oefentoets 5.1, 5.2, 6.1 en 6.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Donderdag 13 oktober

- Welkom

- Leerdoelen bespreken

- Laatste filmpjes

- Oefentoets

Leerdoelen 5.1

• Weet je welke problemen vorsten in de tijd van ontdekkers en hervormers tegenkwamen.
  
• Weet je welke kritiek mensen hadden op de katholieke kerk.
  
• Kun je uitleggen hoe protestantse kerken ontstonden.
  
• Kun je de strijd beschrijven die ontstond tussen katholieken en protestanten.

Leerdoelen 5.2

• weet je hoe Nederland bestuurd werd door Filips II en kun je uitleggen waarom de burgers hierover ontevreden waren;
  
• kun je uitleggen hoe Nederlanders in opstand kwamen tegen hun vorst;
  
• weet je hoe een onafhankelijke Nederlandse republiek ontstond;
  
• begrijp je waarom veel mensen naar de Republiek verhuisden en welke gevolgen dat had.
  

Leerdoelen 6.1

• Kun je uitleggen waarom Europeanen naar Afrika en Azië begonnen te reizen;
  
• Weet je welke ontdekkingsreizen Europeanen maakten om in Azië te komen;
  
• Kun je beschrijven hoe Europeanen in Amerika kwamen;
  
• Weet je hoe de oorspronkelijke bewoners van Amerika leefden.

Leerdoelen 6.2

• Weet je hoe Spanje grote delen van Amerika veroverde;
  
• Weet je hoe Spanjaarden inheemse bewoners van Amerika en Afrika tot slaaf maakten;
  
• Weet je welke producten Europeanen uit Amerika in Europa verkochten;
  
• Kun je beschrijven hoe Europa zijn invloed overzee uitbreidde.

5.1 en 5.2

Paragraaf 1: de kerk valt uiteen

Hoe wordt de periode genoemd waarin het tijdvak ontdekkers en hervormers zich afspeelt?

1. Middeleeuwen
2. Vroegmoderne tijd
3. Moderne tijd
4. Hervorming

In welk jaartal schrijft Maarten Luther zijn kritiek over de kerk op?

1. 1492
2. 1500
3. 1515
4. 1517

Wat gebeurde er toen Maarten Luther zijn woorden niet terug wilde nemen tegenover de koning, Karel V?

In welke taal heeft Maarten Luther de bijbel vertaald?

1. Latijns
2. Duits
3. Nederlands
4. Engels

De protestanten werden ketters genoemd. Ze werden opgespoord en vervolgd.

1. Waar
2. Niet waar

Paragraaf 2: De Nederlandse Opstand

Zet de volgende zinnen in de juiste tijdsvolgorde:
1. Filips II stuurt een leger naar de Nederlanden
2. Willem van Oranje wordt stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht
3. Willem van Oranje valt de Nederlanden binnen met een leger
4. De Beeldenstorm
5. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt gesticht
6. Den Briel wordt ingenomen door de Watergeuzen

Wie stuurde Filips II naar de Nederlanden toe om de daders van de Beeldenstorm te straffen?

Waar komt het woord geuzen vandaan?

1. Rebellen
2. Protestanten
3. Bedelaars
4. Nederlanders

Wat was GEEN doel van de centralisatiepolitiek van Filips II

1. De macht bij edelen weghalen
2. meer macht en belastinggeld kunnen toe-eigenen
3. Centrale rechtbanken behouden
4. De stadhouder meer werk te laten doen dan de ambtenaren

6.1 en 6.2

In welk jaar ontdekt Columbus Amerika?

1. 1340.
2. 1492.
3. 1588.
4. 1601.

Wat zijn plantages?

1. Plantages zijn grote landbouwbedrijven waar één product wordt verbouwd.
2. Plantages zijn grote landbouwbedrijven in Europa waar meerdere producten worden verbouwd.
3. Plantages zijn velden waar suiker, cacao en aardappelen wordt verbouwd.
4. Plantages zijn altijd slavenbedrijven.

Hoe noemen we de gebieden die door Europese landen werden overgenomen?

1. Slavenlanden.
2. Kolonies.
3. Staten.
4. Euro-gebieden.

Eind 15de eeuw gingen de Portugezen en Spanjaarden op ontdekkingsreis.
Waarom?

1. Voor hun plezier
2. Om nieuwe bevolking te vinden
3. Om handelsroute naar Azië te vinden
4. Om hun schepen te testen.

De Arabieren waren de baas over de handelsroute op land.
Waarom mochten Spanje en Portugal hier geen gebruik van maken?

1. Omdat de Arabieren wouden pesten.
2. Omdat Portugal en Spanje het niet wilden
3. Omdat de Arabieren heel rijk werden door de handel.
4. Omdat de weg te lang was voor de handel.

Waarom verdienden de Europese landen eerst niet aan de handel in specerijen?

1. De koningen verboden het maken van winst.
2. De handel ging via veel tussenpersonen.
3. Het vervoer van de specerijen is heel duur
4. De Arabieren hadden de handel in handen.

Bekijk de afbeelding hiernaast.
Welke route hoort bij Willem Barentsz?

Klik op de afb.

1. De blauwe lijn
2. De paarse lijn
3. De groene lijn
4. De rode lijn

Christoffel Columbus dacht Azië bereikt te hebben, dit was achteraf niet waar. Welk continent bereikte hij wel?

1. Europa
2. Afrika
3. Amerika
4. Antarctica

Ook de Nederlander Willem Barentsz ging op ontdekkingsreis, waar ging hij naar toe?

Via welke belangrijk punt bereikte Vasco Da Gama Azië?

1. Suez Kanaal
2. Israel
3. New York
4. Kaap de Goede hoop

Noem twee redenen waardoor Indianen om het leven kwamen door Europeanen.

Ontdekkingsreizigers bouwden in Azië vooral handelsposten.

1. Waar
2. Niet waar