11.3 Eigenschappen

11.3 Eigenschappen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
scheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

11.3 Eigenschappen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • De eigenschappen en toepassingen van kunststoffen kunnen benoemen
  • Het verschil tussen monomeren en polymeren kunnen benoemen
  • Polymerisatie reactievergelijkingen kunnen opstellen 
  • De verschillen tussen thermoplasten, thermoharders en elastomeren  kunnen benoemen

Slide 2 - Slide

Voorbeelden van aantal kunststoffen
  • Polyetheen (verpakkingsfolie, plastic flesjes, plastic zakjes)
  • Polypropeen (koffers en auto-onderdelen)
  • Polyvinylchloride (buizen voor waterafvoer, regenkleding)
  • Polystyreen (wegwerpbestek, speelgoed, CD doosjes) 

Slide 3 - Slide

Eigenschappen van kunststoffen
Kunststoffen hebben elk hun specifieke stofeigenschappen:
  • Worden niet of nauwelijks aangetast door stoffen in hun omgeving 
  • Slechte geleiders van elektriciteit en warmte (isolatoren)
  • Niet biologisch afbreekbaar
  • Waterdicht 

Slide 4 - Slide

Polymerisatiereactie

Slide 5 - Slide

Monomeren
  • Zijn bouwstenen voor het maken van plastics (ook wel monomeermoleculen genoemd)
  • Mono betekent één in het Grieks
  • Monomeermoleculen kunnen één grote molecuul vormen wanneer zij samengevoegd worden (polymeriseren)

Slide 6 - Slide

Polymeren
  • Polymeren worden gevormd wanneer meerdere monomeren met elkaar reageren
  • De naam van een polymeer begint vaak met "poly" gevolgd door de naam van het monomeer

Slide 7 - Slide

Thermoplasten
Thermoharders
Elastomeren

Slide 8 - Slide

Thermoplasten
  • De polymeermoleculen in een thermoplast zijn niet met elkaar verbonden.
  • Thermoplasten worden hierdoor tijdens het verwarmen zacht en zijn makkelijk vervormbaar.
 

Slide 9 - Slide

Thermoharders
  • De polymeerketens zijn dwars met elkaar verbonden, deze dwarsverbindingen worden ook wel crosslinks genoemd.
  • Thermoharders smelten niet bij het verwarmen en blijven stug en stevig.
  • Ontleden als je ze verwarmt.
  • Zijn in het algemeen brosser dan thermoplasten en breken sneller.

Slide 10 - Slide

Elastomeren
  • Zijn elastische (veerkrachtige) polymeren.
  • Hebben ook dwarsverbindingen maar minder dan thermoharders.
  • Ontleden als je ze te hard verwarmt.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke soort kunststof zien we in het voorbeeld?
A
Thermoplasten
B
Thermoharders
C
Elastomeren

Slide 13 - Quiz

Plastics zijn monomeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Maak 11.3 opdr. 21, 22, 25, 27, 29 (p. 114-115)

Slide 15 - Slide

Huiswerk
§2: Opgave 17 t/m 22
§3: Opgave 27 t/m 30

Slide 16 - Slide