Voorbereiding HDL Toets

Voorbereiding HDL Toets
Donderdag 27 juni
Wat moet je leren?
  • Blauwe boek: hoofdstuk 6 (blz 95 t/m 98)
  • Blauwe boek: hoofdstuk 7.1 en 7.2 (blz 100)
  • De pictogrammen en symbolen van het blaadje
1 / 18
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorbereiding HDL Toets
Donderdag 27 juni
Wat moet je leren?
  • Blauwe boek: hoofdstuk 6 (blz 95 t/m 98)
  • Blauwe boek: hoofdstuk 7.1 en 7.2 (blz 100)
  • De pictogrammen en symbolen van het blaadje

Slide 1 - Slide

Wat betekent dit
gevarensymbool?
A
Giftige stoffen
B
Ontvlambaar
C
Bijtende stoffen
D
Ontvlambaar

Slide 2 - Quiz

Bij het schoonmaken van de badkamer wissel je het nat en droog schoonmaken steeds af
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van een veilige werkwijze bij het gebruik van een elektrisch apparaat?
A
Werken met onbeschadigde apparaten
B
De gebruiksaanwijzing doorlezen
C
Het apparaat vooraf klaarzetten
D
Weten wat je moet doen in een onveilige situatie

Slide 4 - Quiz

Welke informatie staat
op een schoonmaaketiket?

Slide 5 - Mind map

Informatie op schoonmaaketiket
Naam van het product
Het toepassingsgebied (pictogram)
De toepassingsmethode (pictogram)
Gebruiksaanwijzing
De inhoud
De Ph-waarde
De dosering
Eventuele voorzorgsmaatregelen en gevaren (pictogram)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat betekent dit symbool?
A
Niet mengen met andere producten
B
Buiten bereik van kinderen bewaren
C
Oogcontact vermijden. Bij oogcontact goed uitspoelen met water
D
Slecht voor het milieu

Slide 8 - Quiz

Wat wordt er met een
goede werkhouding
bedoeld?

Slide 9 - Mind map

Een goede werkhouding
Bij lichamelijk werk zoals de schoonmaak, is het belangrijk om de werkhouding zo gezond mogelijk te houden. Dit betekent knielen en hurken beperkt moet worden. Het regelmatig draaien van de romp en het heffen van de armen moeten zo min mogelijk zijn.

Slide 10 - Slide

Wat is de goede werkhouding bij schoonmaken?
A
Werk van vuil naar schoon en van beneden naar boven
B
Werk van vuil naar schoon en van boven naar beneden
C
Werk van boven naar beneden en van links naar rechts
D
Werk van schoon naar vuil en van rechts naar links

Slide 11 - Quiz

Waarvoor gebruik je een microvezeldoek?
A
Alleen droog schoonmaken
B
Alleen klamvochtig schoonmaken
C
Alleen om het toilet schoon te maken
D
Droog en klamvochtig schoonmaken

Slide 12 - Quiz

Welk schoonmaakmiddel gebruik je bij voorkeur voor het wassen van de ramen?
A
Chloor
B
Antikalk reiniger
C
Azijn
D
Soda

Slide 13 - Quiz

Hoe meer schoonmaakmiddel je gebruikt, hoe schoner het huis wordt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat betekent ergonomisch werken?

Slide 15 - Open question

Soda is een milieubewust schoonmaakmiddel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Tijdens het stofzuigen is het af en toe nodig om te bukken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat is een taak die je bij het schoonmaken van een ruimte als eerste doet?
A
Soppen
B
Stoffen
C
Opruimen
D
Schoonmaakspullen opbergen

Slide 18 - Quiz