8.1.1 Instructie: informatiebronnen, alfabetiseren, trefwoorden

Informatiebronnen
Doel van de les:
- Ik weet welke informatiebronnen er zijn
- Ik weet welke informatiebron ik waarvoor kan gebruiken

1 / 18
next
Slide 1: Slide
InformatievaardighedenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Informatiebronnen
Doel van de les:
- Ik weet welke informatiebronnen er zijn
- Ik weet welke informatiebron ik waarvoor kan gebruiken

Slide 1 - Slide

Begrippen
informatiebron: biedt gegevens waardoor je meer over iets te weten komt.
(voorbeelden: internet, woordenboek, encyclopedie, atlas, telefoonboek, tv-gids)

naslagwerk: boek dat bedoeld is om dingen in op te zoeken. 
(voorbeeld: woordenboek of encyclopedie)

internet: wereldwijd computernetwerk waarop bijna alle informatie is te vinden uit naslagwerken.
(Let op: niet alle sites zijn betrouwbaar)

alfabetiseren: in de volgorde van het alfabet zetten.

trefwoord (of zoekwoord): samenvattend woord van je onderwerp, of woord waarmee je naar informatie kunt zoeken. 




Slide 2 - Slide

Wat is een informatiebron?

Slide 3 - Open question

Een boek dat bedoeld is om iets op te zoeken noem je een...

Slide 4 - Open question

Hoe zou jij uitleggen wat
het internet is

Slide 5 - Open question

Wat is alfabetiseren?

Slide 6 - Open question

Samenvattend woord of woord
waarmee je iets op het internet
zoekt noem je een...

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Uit welke twee delen bestaan informatiebronnen?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Hoeveel letters heeft het alfabet?
A
21
B
24
C
25
D
26

Slide 11 - Quiz

Zet in alfabetische volgorde:

zebra, aap, gorilla, uil, piranha, flamingo

Slide 12 - Open question

Ga ACHTER elkaar (in je tafelgroepje)
in alfabetische volgorde
van VOORNAAM staan en de voorste stuurt een (1) foto in.
Zet jullie naam in volgorde erbij!

Slide 13 - Open question

Zoeken met een zoekwoord
Alfabetisch geordende bronnen zijn bijvoorbeeld een woordenboek of een encyclopedie. Op die manier kun je snel de juiste informatie vinden. Ook de woorden in een register staan in alfabetische volgorde. 

Bij het zoeken naar informatie maak je gebruik van een trefwoord of zoekwoord. Als je op internet naar informatie zoekt, kun je gebruik maken van een zoekmachine. Je kunt bij een zoekmachine ook meer dan één trefwoord intikken. Dan wordt de lijst met bruikbare websites veel korter. 

Slide 14 - Slide

Waarom kan je beter meer trefwoorden in een zoekmachine gebruiken?

Slide 15 - Open question

Einde van de instructieles
Zorg dat je de informatie uit de les begrijpt en kent.

In de volgende les gaan we aan de slag met opdrachten.
Welke vragen heb je nog? Bespreek deze in de les.

Slide 16 - Slide

Welke vraag heb je nog over deze les ?

Slide 17 - Open question

Ik vond deze les:
A
Makkelijk
B
Gemiddeld
C
Moeilijk
D
Moeilijk, maar ik ga dit leren, ik ga ervoor!

Slide 18 - Quiz