Je leert met formules, grafieken en getallen te werken.
Slide 6 - Slide
Op een röntgenfoto zijn nooit weke delen, zoals organen zichtbaar. Kan de foto hiernaast een röntgenfoto zijn?
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet zeggen
Slide 7 - Quiz
Ieder apparaat heeft een typeplaatje. Hierop staan de specificaties van dit product. Bekijk het typeplaatje hiernaast. Hoe groot is de spanning van dit apparaat? Spanning meet je in volt.
A
10
B
2200
C
230
D
59
Slide 8 - Quiz
Waar zou dit symbool op kunnen staan?
A
Appel
B
Papiertje
C
Plastic fles
D
Elektrisch apparaat
Slide 9 - Quiz
Op aarde werkt zwaartekracht. Hoe groot deze kracht is kun je berekenen met Fz = m x g m = massa in kg g = aantrekkingskracht van de aarde = 10 Minke heeft een massa van 45kg Hoe groot is de zwaartekracht op Minke?
Slide 10 - Open question
Er werkt een zwaartekracht van 300N. De krachtenschaal is als volgt:
1cm = 50N
Hoe groot moet de pijl worden om een kracht van 300N weer te geven?
A
6,0 cm
B
6,5 cm
C
7,0 cm
D
7,5 cm
Slide 11 - Quiz
Beroepen NASK 1
Slide 12 - Slide
Beroepen NASK 1
Slide 13 - Slide
Licht en beweging
Sportanalyse, fotografie, lichttechnicus, etc
Slide 14 - Slide
practicum licht/fotografie
Slide 15 - Slide
Nask 2
NASK2 staat voor scheikunde (chemie).
eigenschappen van stoffen
stoffen scheiden
nieuwe stoffen maken
Slide 16 - Slide
Onderwerpen Nask2
stoffen scheiden
concentratie
metalen en niet metalen
aardoliefracties
reactievergelijkingen
neerslagreacties
structuur en molecuulformules
Slide 17 - Slide
Handig bij Nask2
nauwkeurig kunnen werken i.v.m. practica
rekenen met verhoudingstabellen
nieuwsgierig zijn naar stoffen (koken)
Slide 18 - Slide
Welk gas ontstaat er NIET bij een volledige verbranding?
A
Waterdamp
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
Slide 19 - Quiz
Hoe korten we in de scheikunde stikstof af?
A
O
B
C
C
S
D
N
Slide 20 - Quiz
Water noemt men hydrofiel. Stoffen die niet goed mengen met water, zoals slaolie, noemt men hydrofoob. Wasbenzine is een vettige stof. Wat is waar over wasbenzine? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Wasbenzine is hydrofiel
B
Wasbenzine is hydrofoob
C
Wasbenzine mengt goed met zonnebloemolie
D
Wasbenzine mengt goed met water
Slide 21 - Quiz
De reactievergelijking voor een volledige verbranding is als volgt:
CH4 + 2 O2 —> CO2 + ? H2O
Wat komt er op de plaats van het ?-teken om de reactie kloppend te maken? (Tel aantal H’tjes voor en na de pijl)
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 22 - Quiz
De concentratie zout dat is opgelost in water is 0,3g/L. Hier staat letterlijk dat in 1L water 0,3 gram zout in zit opgelost. Hoeveel gram zout moet ik in 3,0L water oplossen om dezelfde concentratie te krijgen?