MH1 - personal pronouns

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

MH1 - personal pronouns

Hoe weet je wat het onderwerp is?

1. wie/wat + werkwoord + lijdend voorwerp
2. wie/wat + werkwoord
3. voor wie/wat + werkwoord
4. werkwoord

Wat is het onderwerp in: "The cat sits on a chair"

1. on a chair
2. sits
3. The cat

Welke personal pronoun gebruik je voor: "The cat"

1. She
2. it
3. he
4. them

Wat is het onderwerp in: "James and remus are great friends"

1. James and Remus
2. are
3. great friends

Welke personal pronoun gebruik je voor: "James and Remus"

1. we
2. you
3. she
4. they

Wat is het lijdend/meewerkend voorwerp: "Ron looks at the girl"

1. the girl
2. looks
3. Ron
4. at

Welke personal pronoun gebruik je voor: "the girl"

1. him
2. her
3. them
4. me

Wat is het lijdend/meewerkend voorwerp: "Percy is holding a sword in his hand"

1. percy
2. is holding
3. in his hand
4. a sword

Welke personal pronoun gebruik je voor: "a sword"

1. it
2. her
3. them
4. me

onderwerp

lijdend/meewerkend voorwerp

I

me

her

he

they

us

them

Ik weet nu helemaal hoe/wanneer ik personal pronouns moet gebruiken

😒🙁😐🙂😃

in de volgende hebben we het over "possessive pronouns". Weet jij al wat dat zijn?