4. Schaalniveaus

4. Schaalniveaus 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4. Schaalniveaus 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Je vindt door middel van aardrijkskundige werkwijzen antwoorden op aardrijkskundige vragen.

Je benoemt de vijf schaalniveaus.
Je toont aan dat je kunt wisselen tussen de verschillende schaalniveaus.
Je voert een aardrijkskundig onderzoek uit op verschillende schaalniveaus.



Slide 2 - Slide

Schaalniveaus, waar denk je aan?

Slide 3 - Mind map

Schaalniveau

Je kunt onderwerpen op verschillende niveaus bekijken.


Schaalniveau = de grootte van het gebied waarnaar je kijkt. Op elk schaalniveau zie je andere dingen. Bijv: in Rotterdam kun je naar de wijken kijken.


Er zijn 5 schaalniveaus:

1. mondiaal 

2. continentaal 

3. nationaal 

4. regionaal 

5. lokaal 

Slide 4 - Slide

Video
Inzoomen op de 5 schaalniveaus

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Mondiaal niveau

Je kijkt naar de hele wereld


Slide 7 - Slide

Continentaal niveau

Je kijkt naar een werelddeel, bijvoorbeeld Europa


Continent = een groot landmassa, veel landen bij elkaar.

Bijvoorbeeld: Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika.

Slide 8 - Slide

nationaal niveau = je kijkt naar één land.

Slide 9 - Slide

Regionaal niveau

Je kijkt naar een gebied zoals een streek of een provincie.



Slide 10 - Slide

Lokaal niveau

Bij het lokale schaalniveau kijk je naar een klein gebied, meestal een stad of gemeente



Slide 11 - Slide

Wat is de meest uitgezoomde schaal?
A
Mondiale schaal
B
Regionale schaal
C
Lokale schaal
D
continentale schaal

Slide 12 - Quiz

continentaal 
nationaal
lokaal
regionaal

Slide 13 - Drag question

Bij lokaal niveau kijk je naar?
A
een plaats
B
een werelddeel
C
een land
D
een continent

Slide 14 - Quiz

Bij nationaal niveau kijk je naar?
A
een land
B
een provincie
C
twee landen
D
een werelddeel

Slide 15 - Quiz

Bij continentaal niveau kijk je naar?
A
een land
B
3 landen tegelijk
C
je kijkt naar de hele wereld
D
je kijkt naar een werelddeel

Slide 16 - Quiz

Als je van een hoger naar een lager schaalniveau gaat, dan zoom je ...?
A
in (inzoomen)
B
uit (uitzoomen)

Slide 17 - Quiz

Begrippen
• Schaalniveau
• Lokaal schaalniveau
• Regionaal niveau
• Nationaal schaalniveau
• Continentaal niveau
• Mondiaal schaalniveau
• Uitzoomen
• Inzoomen

Slide 18 - Slide