Schrijven: artikel kerstvakantie

Terugblik
Huiswerk bespreken

timer
3:00
Schrijf de antwoorden in jouw schrift:
1. Uit welke 3 onderdelen bestaat een artikel?
2. Wat is het verschil tussen een artikel en een nieuwsbericht?
3. Wat wil een schrijver met het tekstdoel overtuigen?   
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Terugblik
Huiswerk bespreken

timer
3:00
Schrijf de antwoorden in jouw schrift:
1. Uit welke 3 onderdelen bestaat een artikel?
2. Wat is het verschil tussen een artikel en een nieuwsbericht?
3. Wat wil een schrijver met het tekstdoel overtuigen?   

Slide 1 - Slide

Check-in
Wat heb jij vooral gedaan deze kerstvakantie?

Slide 2 - Poll

Planning komende weken klas 2
- week 2: voorbereiden en oefenen toets spelling + starten met schrijfvaardigheid
- week 3: Oefenen schrijfvaardigheid + toets spelling 
- week 4 t/m 10: Onder andere oefenen toets schrijven 
- week 11: Toets schrijven artikel of zakelijke e-mail (toetsweek)

Slide 3 - Slide

Planning komende weken klas 3
- week 2: voorbereiden en oefenen SE spelling
- week 3: SE Spelling 
- week 4 t/m 10: Onder andere oefenen SE Schrijven 
- week 11: SE Schrijven artikel of zakelijke e-mail (toetsweek)

Slide 4 - Slide

Planning komende weken klas 4
- week 2 en 3: voorbereiden en oefenen SE schrijven
- week 4: SE schrijven (artikel of zakelijke e-mail: betogen/overtuigen)

Slide 5 - Slide

Wat gaan we doen?
- Ophalen voorkennis; wat weet je al? 
- Uitleg en samen oefenen
- Aan de slag
- Evaluatie en vragen
- Huiswerk

Slide 6 - Slide

Aan het eind van de les
  • Weet je wat de eisen voor een goed bouwplan zijn.
  • Kan je een goed bouwplan schrijven.
  • Weet je waar een goede inleiding en slot van een tekst aan voldoet en kun jij deze theorie toepassen bij het schrijven van een artikel.
  • Heb je tijdens de les goede inzet, concentratie en motivatie getoond om de lesstof te beheersen.



Slide 7 - Slide

Wat weet je al over een artikel?

Slide 8 - Mind map

En dan nu
Uitleg van de leerstof
Maak aantekeningen in jouw schrift

Slide 9 - Slide

Artikel = informatieve tekst
Doel = informatie geven

Voorbeelden:
- Een verslag van een festival in de krant
- Een tekst in een nieuwsbrief van school
-  Een tekst over games in een tijdschrift

Nieuwsbericht Nu.nl

Slide 10 - Slide

Opbouw van een informatief artikel
  • Plaats boven je artikel een passende titel
  • In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft, gebruik een anekdote, vraag of stelling > maak het pakkend! 
  • In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..).
  • In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel.
  • Al deze onderdelen zijn losse alinea's!
  • Sluit af met jouw voor- en achternaam onder het artikel.

Slide 11 - Slide

Artikel = betogende tekst
Een betoog is een tekst waarin je duidelijk jouw mening geeft. 
Je schrijfdoel is om de lezer te overtuigen van die mening. 
Om dit te doen, geef je argumenten die jouw mening ondersteunen. 
Deze argumenten kunnen weer worden ondersteund door voorbeelden.  

Slide 12 - Slide

Artikel = betogende tekst
Een betoog is het sterkst wanneer je veel feitelijke argumenten gebruikt en waarbij je ook duidelijk aangeeft waar je de informatie vandaan hebt gehaald; je noemt de bron

Andere, iets minder sterke argumenten, zijn waarderende argumenten. Over waarderende argumenten kun je van mening verschillen. Over feitelijke argumenten kun je niet van mening verschillen.

Slide 13 - Slide

Opbouw van een betogend artikel
  • Plaats boven je artikel een passende titel
  • In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft, gebruik een anekdote, vraag of stelling > maak het pakkend! Behalve het introduceren van je onderwerp, geef je ook je mening al in de inleiding. Je doet dit in de vorm van een standpunt. Dit standpunt moet logisch volgen uit jouw introductie van het onderwerp. 

Slide 14 - Slide

Opbouw van een betogend artikel
  • In de kern van je betoog behandel je per alinea een argument voor je standpunt. Begin elke alinea met een signaalwoord (ten eerste, bovendien, tot slot). Bedenk van tevoren vast welke argumenten je wilt behandelen. Zo kun je een logische volgorde aanhouden bij het schrijven. Ook zorgt een dergelijke voorbereiding ervoor dat je in je tekst niet van de hak op de tak springt. Ondersteun elk argument zo mogelijk met een bron en gebruik betrouwbare bronnen. 
  • Nadat je een aantal alinea’s met argumenten geschreven hebt, kun je je tekst nog sterker maken door een tegenargument te geven en deze te weerleggen. Ook dit doe je in een aparte alinea. Door dit tegenargument te weerleggen (ontkrachten), maak je jouw eigen betoog alleen maar sterker. 

Slide 15 - Slide

Opbouw van een betogend artikel
  • In het slot van je betoog noem je nogmaals kort je argumenten voor je standpunt. Je voegt in het slot nooit nieuwe informatie toe! Nadat je jouw argumenten hebt samengevat, herhaal je jouw standpunt
  • Tot slot probeer je je tekst op zo’n manier af te sluiten, dat de tekst nog even blijft hangen in het hoofd van de lezer. Dit doe je door te eindigen met een uitsmijter. Een uitsmijter is een krachtige slotzin van je tekst.
  • Sluit af met jouw voor- en achternaam onder het artikel. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bekijk onderstaand artikel en noteer in jouw schrift:
wat is er goed en wat kan er beter?

Slide 18 - Slide

Feiten en meningen
In een artikel staan vooral feiten
want het doel is de lezer te informeren 
over een bepaald onderwerp.

Slide 19 - Slide

Wat zijn feiten?
A
Dingen waar iedereen anders over denkt.
B
Dingen die waar zijn en die je kunt controleren

Slide 20 - Quiz

Wat is een mening?

Slide 21 - Mind map

Wat is waar over een argument?
A
Een argument is een reden waarom je iets vindt of doet
B
Een argument herken je aan signaalwoorden, zoals: want, omdat en daarom

Slide 22 - Quiz

Feit, mening of argument?
Feit: een feit kun je controleren.
Mening: een mening is iets wat iemand vindt.
Argument: een reden waarom je een bepaalde mening hebt. Je herkent een argument aan signaalwoorden, zoals: want, omdat, daarom, namelijk. 

Slide 23 - Slide

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 24 - Quiz

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 25 - Quiz

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 26 - Quiz

Schrijfopdracht
1. Kies een onderwerp uit waar jij een artikel over wilt schrijven.
Bijvoorbeeld: je afgelopen vakantie, Kerstviering of tradities, iets wat je hebt meegemaakt in de vakantie, een onderwerp uit het nieuws met een mooie kerstgedachte, de geschiedenis van vuurwerk, enz.
2. Lees bronnen over dit onderwerp (noteer deze volledig)
3. Maak een bouwplan voor jouw artikel 
(zie format, denk aan steekwoorden!)
4. Denk na over een opbouw met een goede titel, inleiding, middenstuk en slot

Slide 27 - Slide

Format bouwplan

Slide 28 - Slide

Voorbeeld bouwplan

Slide 29 - Slide

Wat kies je?
Ik snap het! Ik wil graag zelf aan de slag.
Ik snap het nog niet zo goed. Ik wil graag opdrachten samen maken

Slide 30 - Poll

Aan de slag!
- Kies een onderwerp uit
- Lees de artikelen / zoek artikelen over jouw onderwerp
- Noteer de bronnen volledig
- Schrijf een bouwplan
- Bouwplan af? Inleveren via magister.learn

Klaar?
Begin met je artikel schrijven
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Het artikel:
  • Zet een titel boven je artikel.
  • Het artikel bestaat altijd uit een inleiding, middenstuk en slot. Dit zijn dus tenminste 3 alinea's.
  • Minimaal 200 woorden
  • Controleer op hoofdletters, leestekens en de spelling van woorden.
  •  Zet onder jouw artikel jouw voornaam en achternaam

Slide 32 - Slide

Aan de slag!
Schrijf een artikel aan de hand van jouw bouwplan:
Let op de volgende opbouw: 
  • Titel
  • Inleiding
  • Kern (verdeling in alinea's)
  • Slot
  • Naam en achternaam

Artikel af? Inleveren via magister.learn en maak NN H2 blz. 47 opdracht 2
timer
20:00

Slide 33 - Slide

Aan het eind van de les
  • Weet je wat de eisen voor een goed bouwplan zijn.
  • Kan je een goed bouwplan schrijven.
  • Weet je waar een goede inleiding en slot van een tekst aan voldoet en kun jij deze theorie toepassen bij het schrijven van een artikel.
  • Heb je tijdens de les goede inzet, concentratie en motivatie getoond om de lesstof te beheersen.



Slide 34 - Slide

Ik kan een bouwplan voor mijn artikel schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Hoe scoor je jouw inzet deze les?
0100

Slide 36 - Poll

Afsluiting les
Wat vond je van deze les?
interessant
duidelijk
onduidelijk
te snel
te langzaam
leerzaam

Slide 37 - Poll

Vragen?
Alles is duidelijk, ik weet wat ik moet doen
Ik heb nog een vraag, namelijk ...

Slide 38 - Poll

Huiswerk
Vrijdag 10 januari:
Leesboek mee

Maandag 13 januari:
Bouwplan artikel inleveren

Maandag 20 januari:
Artikel inleveren via Magister.learn


Slide 39 - Slide

Huiswerk
Donderdag 9 januari:
Verder met het schrijven van het bouwplan en artikel

Vrijdag 10 januari:
Bouwplan inleveren

Dinsdag 14 januari:
Artikel inleveren

Maandag 20 januari:
Artikel inleveren via Magister.learn


Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video