Spaans les 3

1 / 50
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Spaans les 3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling van vorige les

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  1. Hoe familieleden genoemd worden
  2. Zeggen hoe je heet
  3. Lidwoorden / Hoe je meervoud maakt 
  4.  Tellen tot 20 in het Spaans

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Werkblad 
Maak tarea 7: Test  {Prueba}

Slide 6 - Slide

Oefenen met werkblad "Prueba uno", blz. 12
Persoonlijke voornaamwoord

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden Tarea 7

1. Yo

2. Nosotros

3. Soy Carlos, Soy argentino

4. Soy Margriet, Soy holandesa

5. Dankjewel

6. Hallo, hoe gaat het?

7. Hoe is het met u?

8. Goeiemorgen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe familieleden genoemd worden

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

La familia - De familie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Werkblad
Maak tarea 8: Hoe familieleden genoemd worden

Slide 11 - Slide

tarea 5 blz. 10
Antwoorden Tarea 8

1. Abuelo

2. Abuela

3. Tío

4. Hermana

5. Vader

6. Moeder

7. Tante

8. Broer

9. Neef

10. Nicht

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zeggen hoe je heet
zie video 
met vragen!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 14 - Video

This item has no instructions

1

Slide 15 - Video

This item has no instructions

00:00
Hoe heet hij?
A
Easy
B
Broccoli
C
Broky
D
Cheesy

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

00:00
Hoe heet ze?
A
Anna
B
Noodle
C
Blossom
D
Mucho gusto

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht "luister naar Pablo"

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Werkblad
Maak tarea 9: Zeggen hoe je heet

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden Tarea 9
1
María
2
Carmen
3
Laura
4
el primo de Pablo
5
el hermano de Pablo
6
el tío de Pablo

Slide 20 - Slide

voor de betekenis van deze woorden kunnen de leerlingen tarea 5 nogmaals bekijken.
Kijk naar de voorbeelden hieronder. 
Hoe maak je meervoud in het Spaans?
                                 la hija                                 las hijas
                                el padre                             los padres
                                el hermano                      los hermanos
                                el español                        los españoles
                                el holandés                     los holandeses

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Werkblad
Maak tarea 10: Lidwoorden / Hoe je meervoud maakt

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden Tarea 10
1
los abuelos
8
las abuelas
2
los padres
9
las madres
3
los hijos
10
las hijas
4
los hermanos
11
las hermanas
5
los tios
12 
las tías
6
los primos
13
las primas
7
los amigos
14 
las amigas

Slide 23 - Slide

voor de betekenis van deze woorden kunnen de leerlingen tarea 5 nogmaals bekijken.
Lidwoorden / Hoe je meervoud maakt
Voor woorden in het enkelvoud
Voor woorden in het meervoud
De lidwoorden in het Spaans zijn el en la

el  voor mannelijke woorden

la  voor vrouwelijke woorden

De lidwoorden in het Spaans zijn los en las

los  voor mannelijke woorden

las  voor vrouwelijke woorden

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Tellen tot 20 in het Spaans

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Contar - Tellen
Net als in het  zit in het Spaans een systeem in het tellen. 

De cijfers 1 tot en met 15 moet je uit je hoofd leren, maar daarna is er een regel die je kunt toepassen. 

Daarmee kun je alle getallen maken die je wilt. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Contar - Tellen
Net als in het  zit in het Spaans een systeem in het tellen. 

De cijfers 1 tot en met 15 moet je uit je hoofd leren, maar daarna is er een regel die je kunt toepassen. 

Daarmee kun je alle getallen maken die je wilt. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Contar - Tellen
Net als in het  zit in het Spaans een systeem in het tellen. 

De cijfers 1 tot en met 15 moet je uit je hoofd leren, maar daarna is er een regel die je kunt toepassen. 

Daarmee kun je alle getallen maken die je wilt. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

In tweetallen oefenen met tellen 1 t/m 10
Tellen 1 t/m 10

Slide 29 - Slide

CD 15; tarea 5
In tweetallen oefenen met tellen 11 t/m 20
Tellen 11 t/m 20

Slide 30 - Slide

CD 15; tarea 5
Werkblad
Maak tarea 11: Tellen 1 t/m 20

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden Tarea 11
uno
 1
dos
 2
tres
 3
cuatro
 4
cinco
 5
seis
 6
siete
 7
ocho
 8
nueve
 9
diez
 10
once
 11
doce
 12
trece
 13 
catorce
 14
quince
 15
dieciéis
 16
diecisiete
 17
dieciocho
 18
diecinueve
 19
veinte
 20

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden Tarea 11
uno
 1
dos
 2
tres
 3
cuatro
 4
cinco
 5
seis
 6
siete
 7
ocho
 8
nueve
 9
diez
 10
once
 11
doce
 12
trece
 13 
catorce
 14
quince
 15
dieciéis
 16
diecisiete
 17
dieciocho
 18
diecinueve
 19
veinte
 20

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Hoe tel je in het Spaans?
A
uno, due, tre
B
uno, dos, tres
C
un, deux, trois

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Hoe tel je in het Spaans?
A
uno, due, tre
B
uno, dos, tres
C
un, deux, trois

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Het getal 11
A
doce
B
trece
C
once
D
diez

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Het getal 15
A
quince
B
catorce
C
veinte
D
doce

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Het getal 17
A
dieciseis
B
dieciocho
C
diecinueve
D
diecisiete

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Het getal 13
A
tres
B
trece
C
dos
D
doce

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Het getal 20
A
diez
B
veinte

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Contar - Tellen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Wat is je geboorte dag in het Spaans?
Hoe schrijf je het in het Spaans?


Slide 43 - Open question

This item has no instructions

En nu de tientallen......
10, 20, 30,40, 50, 60, 70, 80, 90, 100
Oefening: Tientallen tellen
Luister en spreek ieder tiental direct na

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden kruiswoordpuzzel
kruiswoord puzzel

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van het project Spaans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

This item has no instructions

Wat vond je van het project Spaans?
Ik vond het moeilijk
Ik had er meer van verwacht
Ik vond het leerzaam
Ik vond het leerzaam en leuk
Ik vond het leerzaam, leuk en ik kan mezelf voorstellen in het Spaans

Slide 48 - Poll

This item has no instructions

Wil je nog iets zeggen?

Slide 49 - Open question

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions