vmbo 3-4 19 januari 2022

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Nederlands vmbo-tl 3/4

- boek gelezen?

- opdrachten gemaakt?

- vragen over voltooid deelwoord en verwijswoorden?

- even checken

Noteer het juiste bijvoeglijk naamwoord
De fotograaf hing de (vergroten) foto in de etalage.

De bakker gooide de (verbranden) appeltaart in de kliko.

Kies het juiste verwijswoord: De man met de regenjas ....... gisteren gearresteerd werd, is weer vrijgelaten.

1. die
2. wat
3. dat
4. wie

Het populaire televisieprogramma ....... in opspraak is geraakt, wordt niet meer uitgezonden.

1. wat
2. die
3. dat
4. het

De Chinees met wie / waarmee ik een kroket at, kende deze snack niet.

1. met wie
2. waarmee

Als mijn buren jarig zijn, geef ik ....... een bos bloemen.

1. hen
2. die
3. hun
4. deze

Vragen over de lesstof?

https://www.youtube.com/watch?v=yvT3wmYeJpw

Is dit poëzie?

Poëzie

Strofe De regels in een gedicht die bij elkaar horen. Tussen de strofen is een regel wit.

Rijm Als de laatste stukjes van twee woorden hetzelfde klinken, rijmen ze. Bijvoorbeeld: feest – geweest, toeter – computer.

Poëzie

Alliteratie
Beginrijm. Woorden die in de buurt van elkaar staan en met dezelfde letter of klank beginnen. Bijvoorbeeld: slappe sla (tekst 1) of chagrijnige Sjaak.

Assonantie Klankrijm.

Woorden met dezelfde klank die in de buurt van elkaar staan.Bijvoorbeeld: slappe – platte; vroege – coole.

Eindrijm
Het laatste woord van een regel rijmt op het laatste woord van een vorige regel. Bijvoorbeeld: stad – zat.

Poëzie

Sonnet
Een gedicht dat bestaat uit veertien regels, die zijn verdeeld over vier strofen. De eerste twee strofen bestaan elk uit vier regels, de laatste twee strofen elk uit drie. Een sonnet heeft een strak rijmschema.

Rijmschema
De manier waarop de regels van een gedicht op elkaar rijmen. Je maakt een rijmschema door alle regels die op elkaar rijmen dezelfde letter te geven. Bijvoorbeeld: a b b a (toek, sferen, proberen, verzoek). Dit noem je omarmend rijm. Gepaard rijm is a a b b; gekruist rijm is a b a b.

Begrippen poëzie

Ironie Ergens mee spotten, bijvoorbeeld door het tegenovergestelde te zeggen van wat je bedoelt of heel erg te overdrijven.

Parodie Iets belachelijk maken door het na te doen.

Beeldspraak Praten met beelden. De schrijver gebruikt een beeld om iets uit te leggen. Bijvoorbeeld: Je bent een bloem. De ‘jij’ wordt vergeleken met een bloem. De dichter bedoelt: je bent zo mooi als een bloem.