2.4 bevruchting en zwangerschap

2.4 bevruchting en zwangerschap
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.4 bevruchting en zwangerschap

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen
20 min uitleg 2.4
korte video kijken
15 min HW maken 
10 min nabespreken/nakijken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting
  2. Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven
  3. Je kunt verschillende functies van zaadcellen en eicellen noemen
  4. Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan


Slide 3 - Slide

Zaadcel en eicel
Zaadcel gaat eicel binnen

Slide 4 - Slide

Bevruchting
Het smelten van de kernen -> kernen van zaadcel en eicel!


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Eicel blijft na de ovulatie 12 tot 24 uur leven
Zaadcel kan 3 dagen in leven blijven 

Vruchtbare periode = moment dat de eicel bevrucht kan worden

Slide 7 - Slide

bevruchting
Bevruchting

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bevruchting (embryo)
Bevruchting en innesteling

Slide 10 - Slide

Placenta= weefsel van embryo en moeder

Slide 11 - Slide

Het bloed van de embryo stroomt langs het bloed van de moeder en delen voedingsstoffen uit

bloed van de moeder stroomt NIET door 
de embryo

slechte stoffen zoals 
alcohol worden ook uitgedeeld 

Slide 12 - Slide

Vruchtwater en vruchtvliezen
  • Vruchtwater beschermt de baby tegen:
  •   • Tegen stoten.
  •   • Tegen temperatuurschommelingen.
  •   • Tegen uitdroging. 
  • Om het vruchtwater heen zitten de vruchtvliezen.
  • Einde van de zwangerschap minder vruchtwater en vliezen gaan breken:




Slide 13 - Slide

Navelstreng
Navelstrengader: vervoert zuurstofrijk bloed en voedingsstoffen van de placenta naar het embryo


Navelstrengslagaders: vervoeren zuurstofarm bloed en afvalstoffen van het embryo naar de placenta

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Foetus
Na 3 maanden noemen we het kind een een foetus.

Bij zowel embryo als foetus werken de hersenen, spieren, hart en bloedvaten al.

Slide 16 - Slide

Tweeling
twee-eiige tweeling
eeneiige tweeling
Siamese tweeling

Slide 17 - Slide

2.4 Wat ga je doen (blz 104)
Maak opdracht 1 tot en met 7

Slide 18 - Slide