This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Van nectar tot honing
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe bijen nectar verzamelen en omzetten in honing. Aan het einde van de les kun je de stappen beschrijven die nodig zijn om honing te oogsten uit de bijenkast. Aan het einde van de les kun je benoemen welke enzymen en processen een rol spelen bij de transformatie van nectar naar honing.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je al over het proces van nectar naar honing?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Het verzamelen van nectar door bijen
Bijen verzamelen nectar van bloemen
Nectar is een zoete vloeistof
Nectar wordt opgeborgen in de bijenkast
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
De transformatie van nectar naar honing
Enzymen en water worden gebruikt
Nectar wordt omgezet in honing
Honing wordt opgeslagen in raten
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Het oogstproces van honing uit de bijenkast
Raten worden gecentrifugeerd
Honing wordt gezeefd voor zuiverheid
Honing wordt in potjes gevuld
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Het zuiveren en afvullen van honing
Honing wordt gezuiverd van onzuiverheden
Honing wordt afgevuld in potjes
De honing is klaar voor consumptie
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Definitielijst
Nectar: een zoete vloeistof die door bloemen wordt geproduceerd en door bijen wordt verzameld
Enzymen: eiwitten die chemische reacties in organismen versnellen, hier gebruikt om nectar om te zetten in honing
Centrifuge: een apparaat dat door middel van centrifugale kracht honing uit de raten slingert
Wasdekseltje: een waslaagje waarmee bijen de gevulde honingraatcellen afdekken
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 10 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 11 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.