Triage

• Verpleging en verzorging
• Beroepsopleiding

Opbouw van de les

• Voorstellen
  
• Voorkennis verkennen
• Introductie van en uitleg over het onderwerp.
• Oefenen
• Evalueren

Waar denk je aan als je het woord Triage hoort?

Is het doel behaald?

Aan het eind van de les weten jullie wat triage is, heb je kennis van  triage modellen en kun je beredeneren waarom er een urgentiekleur aan een patiëntencategorie toebedeeld wordt. 

oefenen

korte casuïstieken waarbij je aan geeft in welke categorie je deze patiënt trieert.

Man, 52 jaar, snijverwonding duim. Neuro/vasculair intact. VAS 3.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Man, 52 jaar oud, met duim tussen een pers gezeten. Wijkende wond van ons. 1 cm en asdrukpijn. Neuro/vasculair intact. VAS 6

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Kind, 6 jaar, van schommel gevallen. Bloedende hoofdwond van 2 cm. Niet buiten bewustzijn geweest. Controles gb.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Vrouw, 64 jaar, VG COPD. Toename dyspnoe. Niet tachypneu, O2 saturatie 93%, spreekt volzinnen. HD controles verder gb.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

man, 44 jaar, afgelopen tijd geregeld thoracale pijn. Bij triage geen klachten. HD controles gb.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Kind, 6 jaar, van schommel gevallen. Bloedende hoofdwond van 2 cm. Enkele minuten buiten bewustzijn geweest en nadien gebraakt. Tijdens triage moe maar alert kind. Controles gb.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Man, 62 jaar, sinds 2 uur hevige thoracale pijn; VAS 8. klam, zweterig. Controles gb.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

vrouw, 62 jaar, tachypneu en koorts, 39.6

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

vrouw, 23 jaar, sinds enkel weken huiduitslag. Crème van de huisarts werkt niet. Jeuk +

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

aankomst RAV; Man, 68 jaar; status na reanimatie. Geïntubeerd.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Evaluatie

Aan het eind van de les weten jullie wat triage is, heb je kennis van triage modellen en kun je beredeneren waarom er een urgentiekleur aan een patiëntencategorie toebedeeld wordt.

Tip

Top