This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
4.6 Reageren met hormonen
Slide 1 - Slide
Hormonen die je moet kennen:
1 Hormoon van de hypofyse
3 Schildklierhormoon
5 Adrenaline
6 Insuline
6 Glucagon
7 Vrouwelijke geslachtshormonen
8 Mannelijke geslachtshormonen
Slide 2 - Slide
Hypofyse: productie van hormonen voor regeling groei, beïnvloeden van andere hormoonklieren
9.1
Slide 3 - Slide
Schildklier
De schildklier maakt schildklierhormoon:
Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen
Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.
Slide 4 - Slide
De bijnier
De bijnier ligt boven de nier
De bijnier maakt adrenaline
Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding
Dus meer energie
Slide 5 - Slide
geslachthormonen vrouw
worden aangestuurd door de hypofyse
worden gemaakt in de eierstokken
Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen
regelen menstruatie
Slide 6 - Slide
geslachthormonen man
worden aangestuurd door de hypofyse
worden gemaakt in de teelballen
Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen (zoals zwaardere spieren)
testosteron
Slide 7 - Slide
De eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon
voor constanthouding bloedsuikerspiegel
(zorgt ervoor dat er altijd ongeveer evenveel suiker
in je bloed is)
Slide 8 - Slide
Welk hormoon produceren de zaadballen?
A
oestrogeen
B
testosteron
C
adrenaline
D
insuline
Slide 9 - Quiz
Welke stoffen worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans die de bloedsuikerspiegel regelen?
A
Glycogeen en glucagon
B
Insuline en glycogeen
C
Insuline en glucagon
D
Insuline en glucose
Slide 10 - Quiz
Hoe heet het slaaphormoon dat bepaalt hoe laat je s' avonds slaap krijgt?
A
Neuronen
B
Melatonine
C
De hypofyse
D
Het groeihormoon
Slide 11 - Quiz
Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren
Slide 12 - Quiz
Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A
adrenaline in je bloed
B
hoeveelheid suiker in je bloed
C
geven hormonen af
D
zorgen voor verbranding
Slide 13 - Quiz
Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier
Slide 14 - Quiz
Nr. 2 (bij de keel) Hormoonklier
A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier
Slide 15 - Quiz
In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend. Hoe heet deel 1?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren
Slide 16 - Quiz
Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Bij meting zou blijken dat bovendien het glucosegehalte van het bloed is gestegen. Al deze effecten worden veroorzaakt door hetzelfde hormoon. Welk hormoon veroorzaakt deze effecten.
A
adrenaline
B
schildklierhormoon
C
insuline
D
hypofyse hormoon
Slide 17 - Quiz
sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren
Slide 18 - Drag question
1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven
2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen