This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Bonjour!!
Slide 1 - Slide
lundi 22 mars
qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
on va répéter les verbes (appr 3 en 5)
on va faire un petit test sur chapitre 4: leerdoelen --> je kent de lichaamsdelen in het Frans --> je kent woorden die je nodig hebt à la pharmacie/ chez le docteur
Slide 2 - Slide
noem zoveel mogelijk werkwoorden op -re Frans- Ned
Slide 3 - Mind map
Als je een werkwoord op -re vervoegt, hoe pak je dat dan aan?
Slide 4 - Slide
jij hoort (entendre)
A
tu entend
B
tu entends
C
tu entendt
D
tu entendons
Slide 5 - Quiz
zij geeft terug
A
elle rends
B
elle rendent
C
elle rend
D
elles rendent
Slide 6 - Quiz
wij stappen uit (descendre)
Slide 7 - Open question
ik heb gewacht (attendre)
Slide 8 - Open question
vous avez de la fièvre? =
A
heeft u hoofdpijn?
B
heeft u die medicijnen nodig?
C
heeft u koorts?
D
heeft u pijn aan de arm?
Slide 9 - Quiz
la tête
le pied
le dos
le docteur
le médicament
l'hôpital
l'urgence
la pharmacie
le pharmacien
l'opération
Slide 10 - Drag question
zenuwachtig =
A
nerveux
B
curieux
Slide 11 - Quiz
de wesp
A
la guêpe
B
la muêtte
Slide 12 - Quiz
nodig hebben =
A
avoir besoin de
B
avoir la cuillère
Slide 13 - Quiz
bon rétablissement =
Slide 14 - Open question
de pijn =
A
la douceur
B
la nausée
C
l'eau minérale
D
la douleur
Slide 15 - Quiz
les devoirs pour demain
(le 23 mars)
m 8f p 47 (als ww op -re nog niet duidelijk zijn) + 24