9.3 Ziekten bestrijden

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Woensdag 10 Januari

1e uur: Filmpje opnieuw

Zelf aan de slag

Korte herhaling

2e uur: Korte herhaling

Uitleg 9.3 deel 1

Zelf aan de slag

Uitleg 9.3 deel 2

Zelf aan de slag

            Zelf aan de slag:

• Je leest de samenvatting van 9.2 op blz. 206            (toevoegen aan "ziekteverwekkers bestrijden met antistoffen"--> zie Bron 7 blz. 169)
• Je maakt en corrigeert de opdrachten van 9.2 (maak een eigen selectie!)
  
• Je werkt in stilte!
  
• Vragen? Vinger opsteken.

Hoe werkt het bestrijden van ziekteverwekkers met antistoffen?

Wanneer ben je 'immuun' voor een bepaalde ziekteverwekker?

Lesdoelen

• Je kunt uitleggen op welke verschillende manieren je immuun kunt worden tegen een ziekte.
• Je kunt benoemen welke verschillende manieren van immuniteit er zijn.

Hoe word je immuun tegen een ziekte?

1. Actief: Je lichaam maakt zelf antistoffen.

- Door besmetting met een ziekteverwekker.

- Door vaccinatie met antigenen.

2. Passief: Je lichaamkrijgt antistoffen binnen.

- Door een injectie met antistoffen.

- Bij baby's via de moeder.

Soorten immuniteit (blz. 174)

• Wanneer het lichaam zelf antistoffen maakt noem je dit actieve immuniteit. 
• Wanneer je lichaam niet zelf de antistoffen maakt, maar het van buiten af krijgt noemen we dit passieve immuniteit.

• Wanneer je lichaam antistoffen maakt na een natuurlijke besmetting, noemen we dit natuurlijke immuniteit.
• Wanneer je lichaam antistoffen maakt na een vaccinatie, of antistoffen krijgt via een injectie noemen we dit kunstmatige immuniteit.
  

Zelf aan de slag 

Opdrachten 9.3 (maken en corrigeren!)

Je werkt in stilte!

Vragen? Vinger opsteken.

Lesdoelen

• Je kan uitleggen hoe medicijnen helpen tegen ziekteverwekkers.
• Je kan uitleggen wat er gebeurt bij een allergische reactie.
• Je kan benoemen wat een auto-immuunziekte is.

Hoe helpen medicijnen tegen ziekteverwekkers?

• Soms kan je lichaam de ziekteverwekkers niet goed zelf opruimen. Je hebt dan medicijnen nodig. 

• Antibiotica werkt tegen infectieziekten door bacteriën. 

• Antibiotica beschadigen de celwanden van bacteriën waardoor ze dood gaan.

Hoe helpen medicijnen tegen ziekteverwekkers?

• Antibiotica werkt niet tegen virussen. Dit komt omdat virussen geen eigen celwand hebben maar in je lichaamscellen zitten.

• Voor sommige virussen kunnen virusremmers gebruikt worden.

• Virusremmers kunnen ervoor zorgen dat een virus de cel niet in kan óf niet goed kan vermeerderen.

Hoe worden we ziek door:

-Bacteriën

-Virussen (blz. 165)

Allergie

• Je lichaam reageert extreem gevoelig op antigenen van stoffen, waar de meeste mensen normaal op reageren.

• Een van de meeste bekende allergieën is hooikoorts.

Normale reactie & allergische reactie

Auto-immuunziekte

• Bij een auto-immuunziekte maken witte bloedcellen antistoffen tegen je eigen lichaamscellen.

• Voorbeelden auto-immuunziekte: Diabetes type 1, reuma en MS 

Zelf aan de slag 

• Opdrachten 9.3 (ook corrigeren)
• Examentraining: Myxomatose, Het mazelenvirus en Een ziekte van het afweersysteem (blz. 211-213)

Je hebt komende week dinsdag de opdrachten van 9.2 en 9.3 gemaakt en gecorrigeerd. Je hebt van 9.4 

Vragen? Noteer het in je boek bij de betreffende opdracht en stel de vraag in de les.