This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Waar haal je het geld vandaan? Deel 2
Mevrouw Hollestelle
khl@lodewijkcollege.nl
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk nakijken;
-Wat een hypotheek is;
- Wat een onderhandse lening is;
- Wat crediteuren zijn.
Slide 2 - Slide
Wat kan je aan het einde van deze les?
Aan het einde van deze les kun je voorbeelden noemen van vreemd vermogen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Wat hebben we gedaan in de vorige les?
In de vorige les hebben we gekeken naar het eigen vermogen van een bedrijf. Hierin hebben we gezien dat de opbouw van het eigenvermogen per ondernemingsvorm afwijkt.
Slide 8 - Slide
Eigen vermogen per ondernemingsvorm
Eenmanszaak: eigen vermogen van 1 persoon
V.O.F. eigen vermogen van 2 personen
B.V. Aandelenvermogen van de eigenaren (dit kunnen er meer zijn) Hierbij staat altijd een naam
N.V. Aandelenvermogen (de eigenaren zijn niet bekend)
Slide 9 - Slide
Winstuitkering
Bij een B.V. en N.V. is er sprake van een winstuitkering. Dit wordt ook wel dividend genoemd. Het dividend wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders van de B.V. of N.V.
Slide 10 - Slide
Waaraan hebben bedrijven schulden?
Slide 11 - Open question
Vreemd vermogen
Vreemd vermogen is een onderdeel van de Passiva.
Het vreemd vermogen staat aan de rechterkant van de balans.
Het vreemd vermogen kunnen we onderverdelen in:
- Lang vreemd vermogen > 1 jaar
- Kort vreemd vermogen < 1 jaar
Slide 12 - Slide
Lang vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen is een schuld die langer dan 1 jaar binnen de organisatie blijft.
Een voorbeeld van lang vreemd vermogen is een Hypotheek.
Slide 13 - Slide
Hypotheek
Een bedrijf sluit een hypotheek af voor de aanschaf van een bedrijfspand. Een hypotheek is een lening met een onderpand. Deze schuld kan een bedrijf niet binnen 1 jaar terugbetalen. Waardoor er sprake is van een van lang vreemd vermogen.
Slide 14 - Slide
Onderhandse lening
Als jij een bedrijf start en je ouders en je beste vriend willen jou helpen met het starten van je eigen bedrijf. Dit doen ze door geld te geven in de vorm van een lening. Deze lening noem je een onderhandse lening en hoef je vaak niet gelijk terug te betalen dus blijft langer dan 1 jaar in het bedrijf.
Slide 15 - Slide
Crediteuren
Crediteuren is een schuld die je hebt aan bijvoorbeeld een leverancier. Als jij een broodjesbar hebt en je koopt broodjes in bij de Sligro en je betaald de rekening pas 2 weken later. Dan is de Sligro jouw crediteur. Want je moet nog geld betalen aan de Sligro. Crediteuren blijven korter dan 1 jaar in het bedrijf.
Slide 16 - Slide
In stilte zelfstandig aan het werk
Op pagina 134 en 135 "5.2 waar haal je het geld vandaan?"
Je krijgt hiervoor 10 minuten.
Klaswerk opgave: 17 - 18
Ben je klaar? Dan mag je opgave 19 maken
Het stoplicht: Rood = stilte en geen vragen stellen aan de docent Oranje = In stilte werken en vragen stellen aan de docent (niet overleggen) Groen: jullie mogen overleggen.
timer
10:00
Slide 17 - Slide
Opgave 19
a. welke ondernemingsvorm heeft 't frituurtje? Motiveer je antwoord.
Slide 18 - Slide
Opgave 19
b. Geef een verklaring voor het lage bedrag bij 'debiteuren' en 'crediteuren' op de balans.
Slide 19 - Slide
Opgave 19
c. Ank en Bas lossen €2.000 op de onderhandse lening af door dit bedrag van de bankrekening van het bedrijf over te maken. Welke posten op de balans veranderen hierdoor? Geef ook de nieuwe bedragen.
Slide 20 - Slide
Waaronder valt een hypotheek?
A
Lang vreemd vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Vlottende activa
D
Vaste activa
Slide 21 - Quiz
Waaronder valt een onderhandse lening?
A
Vaste activa
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Vlottende activa
Slide 22 - Quiz
Crediteuren is het geld dat je klant nog aan je moet betalen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Onderhandse lening krijg je van de bank?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Als ik 500 euro aflos op mijn onderhandse lening via mijn zakelijke rekening wat verandert er dan