SPQR les 2 Lupa regel 13-19

Lupa regels 13-19
1 / 24
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Lupa regels 13-19

Slide 1 - Slide

Deze LessonUp gaat over regel 13-19 van tekst 2. Zorg ervoor dat je je vertaling verbetert met behulp van deze LessonUp. 

Slide 2 - Slide

Les 2 regel 13-19
 Faustulus pueros tollit et domum portat.
 Pueros uxori tradit. Dicit:
15. ‘Mihi et tibi dei favent,
 nam filios nobis praebent.’
 Femina ridet. Pueris nomina dat:
 alterum Romulum, alterum Remum vocat.
 Pueris mater est, sicut Faustulus eis pater est.

Slide 3 - Slide

Welke zin uit de tweede helft van tekst 2 snap je nog niet?
Geef het regelnummer.
Dan behandel ik deze zeker in de les!

Slide 4 - Mind map

Vertaal r13: Faustulus pueros tollit et domum portat.

Slide 5 - Open question

Wat is het onderwerp in r14:
Pueros uxori tradit.
A
pueros
B
uxori
C
Het zit in het ww (hij)

Slide 6 - Quiz

Vertaal:
r14 Pueros uxori tradit. Dicit:

Slide 7 - Open question

15. ‘Mihi et tibi dei favent,
In welke naamval staan mihi en tibi?
A
nom
B
dat
C
acc

Slide 8 - Quiz

Met welke naamval gaat de naamval favere? (kijk in de woordenlijst)
A
+nom
B
+dat
C
+acc

Slide 9 - Quiz

Wat betekent r15: Mihi et tibi dei favent. Begin je vertaling met het onderwerp.

Slide 10 - Open question

Wat is het onderwerp in r16:
nam filios nobis praebent.’
A
nam
B
filios
C
nobis
D
het zit in het werkwoord (nt)

Slide 11 - Quiz

Wat betekent nobis? Kijk evt op pagina 72 in je hulpboek.

Slide 12 - Open question

Wat is de juiste vertaling van:
nam filios nobis praebent.’
A
want ze bieden ons zonen aan.
B
want zonen zijn ons aangeboden.
C
want wij bieden zonen aan.

Slide 13 - Quiz

Vertaal: Femina ridet.

Slide 14 - Open question

Pueris nomina dat:
welke naamval heeft nomina?
Kijk evt op p70 in je HB.
A
nom mv
B
dat mv
C
nom ev
D
acc mv

Slide 15 - Quiz

Welke naamval heeft pueris in regel 17?
A
nom mv.
B
acc mv.
C
dat ev.
D
dat mv.

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van r17:
Pueris nomina dat:
A
Ze geeft de jongens een naam.
B
Ze geeft de jongens namen.
C
Ze geeft de zonen een naam.
D
Ze geeft de zonen namen.

Slide 17 - Quiz

alterum Romulum, alterum Remum vocat.
Wat is de persoonsvorm?
A
alterum
B
Romulum
C
Remum
D
vocat

Slide 18 - Quiz

Wie is het onderwerp van vocat?
A
Zij (namelijk de vrouw)
B
Hij (namelijk Faustulus)

Slide 19 - Quiz

alterum Romulum, alterum Remum vocat. Wat is de juiste vertaling?
A
Zij noemt de een Romulum, de ander Remum
B
Hij noemt de een Romulum, de ander Remum.
C
Zij noemt de een Romulus, de ander Remus.
D
Hij noemt de een Romulus, de ander Remus.

Slide 20 - Quiz

Pueris mater est,
Hoe vertaal je pueris (met de juiste naamval)?
A
jongens
B
voor de jongens
C
van de jongens
D
door de jongens

Slide 21 - Quiz

Wat is de vertaling van Pueris mater est ?

Slide 22 - Open question

Wat betekent eis? Kijk evt op pag. 72 in je hulpboek
A
hen
B
van hen
C
voor hen
D
hun

Slide 23 - Quiz

Wat betekent 'sicut Faustulus eis pater est' ?

Slide 24 - Open question