Future

1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Future = toekomende tijd
Alles wat niet al gebeurd is (verleden tijd) en niet nu aan de gang is (tegenwoordige tijd). Dus alles wat nog moet 
gebeuren.

Slide 2 - Slide

In welke tijd staat deze zin:
I walk to school every day
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 3 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
My mother will be so angry when I get home...
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 4 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
My grandmother was very hungry during World War II.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 5 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Tomorrow you are going to make a test.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 6 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
We played football yesterday.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Future = to be going to
     voorspellingen waar je bewijs
     voor hebt.  
     Je bent van plan om iets te 
     gaan doen
1
2

Slide 10 - Slide

Future = to be going to
I am going to read
you are going to swim
he is going to write
we are going to sing
you are going to dance
they are going to walk

Slide 11 - Slide

Future = to be going to
Am I going to read ?
Are you going to swim?
Is he going to write?
Are we going to sing?
Are you going to dance?
Are they going to walk ?

Slide 12 - Slide

Future = to be going to
I am not going to read
you are not going to swim
he is not going to write
we are not going to sing
you are not going to dance
they are not going to walk

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Future = Will
* gebruik je voor voorspellingen
* voor beloftes 
* als je aanbiedt om iets te doen

Slide 16 - Slide

will + not = WON'T

Slide 17 - Slide

Dus:
bij vragen gebruik je Shall bij I and we

Slide 18 - Slide

Future = will
Shall I read ?
will you swim?
will he write?
Shall we  sing?
Will you dance?
Will they  walk ?

Slide 19 - Slide

Future = to be going to
I will not read
you will not swim
he will not write
we will not sing
you will not dance
they will not walk

Slide 20 - Slide

Wanneer gebruik je Will?
A
Bij een voorspelling (zonder bewijs)
B
Als je iets zeker weet
C
Als je iets van plan bent

Slide 21 - Quiz

________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open

Slide 22 - Quiz

you ....probably win first prize
A
will
B
are going to

Slide 23 - Quiz

You must be hungry.
I ... you a sandwich. (make)
A
am going to make
B
make
C
will making
D
will make

Slide 24 - Quiz

I have no idea, but I have a feeling that my team ..... (win) tomorrow's match.
A
will winning
B
will going to win
C
is going to win
D
will win

Slide 25 - Quiz

          4 soorten future

1
2
3
4
Bij vastgestelde tijden
Dingen die je snel hebt afgesproken en waarbij 
alles is afgesproken (tijd, plaats, met wie etc)
Alle zinnen waarbij je in het Nederlands zullen of zal gebruikt
Alle zinnen waar je in het Ned. gaan gebruikt

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

FUTURE PRESENT CONTINUOUS

De present continuous ken je al voor iets dat zich nu afspeelt (duurvorm):
- I am reading an article in the newspaper at the moment.
- We are listening to my son's new band right now.
- She is currently playing a game.

Maar je kunt de present continuous ook gebruiken voor afspraken die je hebt gemaakt die nog gaan plaatsvinden (dit noemen we dan de future present continuous): we are leaving tomorrow


Slide 28 - Slide

FUTURE PRESENT SIMPLE

De present simple (enkelvoudige tegenwoordige tijd) ken je al voor feiten, gewoonten en zaken met regelmaat:
- I have a sister.
- He plays tennis on sundays.
- We often make pictures of birds and butterflies.

Deze zelfde present simple kun je ook gebruiken voor de toekomst als je spreekt over tijdschema’s, roosters en dienstregelingen (dit noemen we dan de future present simple): Class starts at noon


Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

where to find the information 
Textbook pages:

87
108
109



Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link