mavo 4 paragraaf 2.3

1 / 29
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoelen vorige les
  • Huiswerk bespreken
  • Leerdoelen paragraaf 2.3
  • Instructie 2.3
  • Aan de slag met paragraaf 2.3
  • Evaluatie van de leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 2
Geld genoeg?

2.1 Hoe geef jij je geld uit?
2.2 Ga je sparen of beleggen?
2.3 Wie leent, maakt schulden
2.4 Geld moet rollen!

Slide 3 - Slide

Welke drie spaarmotieven zijn er?

Slide 4 - Slide

Welke drie spaarmotieven zijn er?

Slide 5 - Slide

Enkelvoudige rente

Slide 6 - Slide

Enkelvoudige rente

Slide 7 - Slide

Samengestelde rente

Slide 8 - Slide

Samengestelde rente

Slide 9 - Slide

Wat is inflatie?
Gevolgen op spaargeld?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Ik weet waarom mensen lenen.
  • Ik weet waar je op moet letten wanneer je geld leent. 
  • Ik kan de kosten van een lening berekenen. 
  • Ik weet wat voor leningen een bank verstrekt.
  • Ik weet hoe een leverancier krediet kan geven. 
  • Ik weet wat het bijzondere is van een hypothecaire lening. 

Slide 15 - Slide

Leen jij wel eens geld? Zo ja, van wie?

Slide 16 - Slide

Welke redenen kun je hebben om te lenen?
Leenmotieven:
1. Je moet een tijdelijk geldtekort overbruggen. 
2. Je wilt een dure aankoop niet uitstellen. 
3. Je hebt onverwacht dringend geld nodig. 
4. Voor de aanschaf van een huis. 

Slide 17 - Slide

Waar moet je op letten bij het afsluiten van een lening?
- Kun je de lening terugbetalen?
- Past de looptijd van de lening bij de levensduur van wat je er voor koopt?

Slide 18 - Slide

Kredietkosten
Alles wat je meer terugbetaalt dan je geleend hebt. 

Slide 19 - Slide

Aan het werk
Ga de komende 10 minuten aan het werk met opgave 1 tot en met 6 van paragraaf 2.3 (antwoorden op examenniveau).

Ben je eerder klaar? Lees het tweede deel van de paragraaf eerst helemaal goed door en probeer dan de opgaven te maken.

Slide 20 - Slide

Consumptief krediet
Persoonlijke lening
  • In een keer opnemen
  • Vaste looptijd
  • Vaste rente
  • Gelijkblijvende termijnbedragen

Doorlopend krediet
  • Opnemen hoeft niet in 1 keer. 
  • Tussentijds opnemen tot de kredietlimiet
  • Variabele rente

Salariskrediet
  • Rood staan op de betaalrekening 
  • afhankelijk van je salaris
  • Hoge rente

Slide 21 - Slide

Lenen bij een leverancier
Huurkoop
  • Je betaalt je aankoop in termijnen terug. 
  • Je bent pas eigenaar wanneer alle termijnen zijn betaalt.
  • Hoge rente

Koop op afbetaling
  • Je betaalt je aankoop in termijnen terug.
  • Je bent direct eigenaar.
  • Hoge rente

Private lease
  • Je betaalt een vast bedrag voor gebruik, onderhoud, wegenbelasting en verzekeringen.
  • Vaak bij auto's
  • Aan het eind van de looptijd kun je de auto overnemen. 

Slide 22 - Slide

Samen opgave 9
bladzijde 52

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide





Hypothecaire lening

Slide 25 - Slide




Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Slide


Werk de rest van de tijd aan de opdrachten van 2.3

Ben je eerder klaar en vind je het rekenen nog lastig? Kijk dan op bladzijde 64 en 65.
Wil je meer uitdaging? Maak dan de plusopdrachten op bladzijde 62 en 63

Slide 27 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
  • Ik weet waarom mensen lenen.
  • Ik weet waar je op moet letten wanneer je geld leent. 
  • Ik kan de kosten van een lening berekenen. 
  • Ik weet wat voor leningen een bank verstrekt.
  • Ik weet hoe een leverancier krediet kan geven. 
  • Ik weet wat het bijzondere is van een hypothecaire lening. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide