zwangerschap

De zwangerschap
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De zwangerschap

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Bevruchting
Als de eicel samensmelt 
met de zaadcel.


Hoeveel zaadcellen kunnen er een eicel binnentreden? 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

tweelingen

Slide 5 - Slide

Doe je boek open
Bladzijde 98
Log in en beantwoord de volgende vragen

Leg ook je schrift neer voor aantekeningen

Slide 6 - Slide

Waar vindt de innesteling van een bevruchte eicel plaats?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 7 - Quiz

Innesteling
\

Slide 8 - Slide

Welk onderdeel hield het baarmoederslijmvlies instant
A
Eierstok
B
Eicel
C
Follikel
D
Gele lichaam

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Gele lichaam
  • Na innesteling maakt het bevruchte eicel hCG. Dit zorgt ervoor dat gele        lichaam instant blijft en dat er geen nieuwe eicellen rijpen. 

  • Gele lichaam maakt dan hormonen die ervoor zorgen dat baarmoederslijmvlies intact blijft, goed doorbloed en dik.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Hoe noem je het nieuwe leven in de eerste 8 weken van de bevruchting

Slide 14 - Open question

Na de bevruchting begint de bevruchte eicel zich te delen. Via welke celdeling gebeurt dat?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Eerst krijgt het kind voeding via het baarmoederslijmvlies. Na een paar weken ontstaat de ..... waardoor het kind voedingstoffen krijgt van de moeder

Slide 17 - Open question

Placenta
(moederkoek)

Slide 18 - Slide

Placenta
  • Bestaat uit weefsel van moeder en het embryo
  • Weefsel van embryo in placenta maakt nu ook hCG 

Slide 19 - Slide

Belangrijk om te weten
Bloed stroomt niet van moeder naar kind. Alleen voedingstoffen en zuurstof.

bloed stroomt heel kort op elkaar zodat de verschillende stoffen kunnen uitwisselen 


Slide 20 - Slide

Waar gaan de voedingstoffen doorheen en verbind het kind met de placenta?

Slide 21 - Open question

Navelstreng

Slide 22 - Slide

Navelstreng
  • Bestaat uit weefsel embryo
 
  • twee slagaders (embryo naar placenta)
  • één ader (placenta naar embryo)

Slide 23 - Slide

Hoe noemen we het vocht waarin de embryo ligt.

Slide 24 - Open question

Vanaf de 3e maand tot aan de geboorte noemen we het een?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Na 9 maanden
Is het kind klaar om geboren te worden.

Slide 28 - Slide

De bevalling 
  1. Indaling: het hoofdje van de foetus zakt naar beneden.
  2. Ontsluiting: de baarmoederhals en de baarmoedermond worden wijder (door weeën: samentrekken spieren baarmoederwand )
  3. Breken van de vruchtvliezen
  4. Uitdrijving: de baby komt via de vagina naar buiten. (door persweeën: krachtige weeën waarbij ook de spieren van de buikwand samentrekken)
  5. Nageboorte:

Slide 29 - Slide

De nageboorte: De placenta, de resten van de navelstrengen de vruchtvliezen.

Slide 30 - Slide

Huiswerk

Slide 31 - Slide