Quiz Rekenen 2F en 3F

Quiz Rekenen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Quiz Rekenen

Slide 1 - Slide

GROTE GETALLEN

Slide 2 - Slide

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
zevenenveertigduizendhonderdelf
A
47.011
B
4711
C
470.111
D
47.111

Slide 3 - Quiz

1,4 - 3,2 =
A
2
B
- 1,8
C
- 2
D
- 2,2

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het volgende symbool?

>
A
Kleiner dan
B
Groter dan
C
Gelijk aan
D
Niks

Slide 5 - Quiz

1,4 x 0,5 =
A
7
B
0,7
C
- 7
D
70

Slide 6 - Quiz

Wat is de waarde van het cijfer 2 in het getal 216.567
A
2
B
1.000
C
200.000
D
200

Slide 7 - Quiz

Schrijf het getal in cijfers.
drie miljard twaalfmiljoen zeshonderdtwaalf duizend drie
A
3.012.612.003
B
3126123000
C
30.012.612.003
D
3.000.12.612

Slide 8 - Quiz

Vul in <, > of =.
8,5 + 6,5 _______________ 14,18

A
<
B
>
C
=

Slide 9 - Quiz

Rond af op 2 decimalen.
2,489
A
2,40
B
2,49
C
2,50
D
2,48

Slide 10 - Quiz

Rond af op hele euro's
29,434
A
30
B
29,0
C
29,5
D
29

Slide 11 - Quiz

Het metriek stelsel - lengte

Slide 12 - Slide

zet de lengte maten in de goede volgorde van groot naar klein
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 13 - Drag question

Hoe bereken je de oppervlakte?
A
lengte x breedte
B
lengte x breedte x hoogte
C
alle zijden bij elkaar optellen
D
lengte + breedte

Slide 14 - Quiz

Wat is de oppervlakte van dit weiland?
A
30m3
B
35m
C
35m2
D
300m2

Slide 15 - Quiz

Ruimtelijke figuren

Slide 16 - Slide

Welke figuren zijn vlakke figuren?
A
2, 7, 8
B
1, 3, 4, 5
C
1,3,8
D
geen

Slide 17 - Quiz

Hoeveel procent is 1/4?
A
20%
B
50%
C
25%
D
40%

Slide 18 - Quiz

Rechthoek
Cirkel
Cilinder
Kegel
Kubus

Slide 19 - Drag question

Welke figuur staat hier
afgebeeld? --->
A
Bol
B
Cirkel
C
Cilinder
D
Pyramide

Slide 20 - Quiz

1 kwartaal = 
1 uur
Koppel de juiste tijdseenheden !
1 eeuw =
1 jaar =
3 maanden
100 jaar
52 weken
3 600 sec

Slide 21 - Drag question

Cirkeldiagram
Staaf diagram
Lijndiagram
Steel-bladdiagram

Slide 22 - Drag question

Welke stelling is waar?
A
Tabellen en diagrammen zijn hetzelfde
B
Tabellen en diagrammen zijn niet hetzelfde

Slide 23 - Quiz