De bank betaalt

1.5. De bank betaalt
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.5. De bank betaalt

Slide 1 - Slide

Algemene mededeling
SO

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • Functies van geld noemen
  • Verschillende redenen noemen om te sparen.
  • Uitleggen wat rente is.
  • Rente berekenen.
Wat gaan we leren?

Slide 3 - Slide

Wie heeft er een spaarrekening?

Slide 4 - Slide

Wie heeft er geld op de spaarrekening staan?

Slide 5 - Slide

  • Creditsaldo : Positief saldo -> je krijgt geld van de bank

  • Debetsaldo: Negatief saldo -> je moet de bank geld betalen
Credit / debet saldo

Slide 6 - Slide

  • Ruilmiddel:       ruilen voor een product dat je wilt hebben

  • Rekenmiddel:   voor de vergelijking van prijzen

  • Spaarmiddel:    je gebruikt het niet direct, maar legt het opzij.
Functies van geld

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

  • Sparen voor een grote uitgave

  • Sparen voor een onverwachte 
      uitgave

  • Sparen voor de rente
Waarom sparen mensen?

Slide 9 - Slide

Spaar jij? Zo ja, waarvoor?

Slide 10 - Slide

Sparen levert rente (interest) op. 
Rente is een beloning voor het sparen. 

De hoogte van de beloning (rente) is afhankelijk van:
  • het rentepercentage.
  • de hoogte van het spaarbedrag.
  • hoelang je al geld hebt staan op je spaarrekening.
Wat levert sparen op?

Slide 11 - Slide

Wat is de huidige spaarrente?

Slide 12 - Slide



Spaarrekening
  • Geen vast rentepercentage
  • Geen vaste looptijd
  • Opnemen en storten is
      altijd mogelijk
  • Eventueel bonusrente


Spaardeposito
  • Vast rentepercentage
  • Vaste looptijd
  • Opnemen en storten tijdens
     de looptijd niet mogelijk        
Spaarvormen
Flexibel!
Je kan altijd bij je geld!
Niet flexibel!
Je kan pas bij je geld na de looptijd!

Slide 13 - Slide

Spaargeld =
rente
ontvangen
Lening =
rente 
betalen
Waarom bewaakt de bank jouw geld?

Slide 14 - Slide

Vraag
Je hebt € 1.000,- op je spaarrekening staan. Je krijgt 4% rente van de bank. Hoeveel euro rente krijg je aan het eind van jaar 1?

Slide 15 - Slide

rente
Je hebt € 1.000,- op je spaarrekening staan. Je krijgt 4% rente van de bank. Hoeveel euro rente krijg je aan het eind van jaar 1? 

  • Stap 1: Reken 1% uit!
    Spaarbedrag : 100 =  Uitkomst (1%)
  • Stap 2: Vermenigvuldig met het gegeven rentepercentage 
  • Uitkomst stap 1 x rentepercentage =  rentebedrag
  • Oplossing
  • € 1.000 / 100 x 4% = € 40,-
ANTWOORDEN

Slide 16 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:

De eerste 7 min gaan wij stil en zelfstandig werken! 

  • Maken de volgende vragen 1, 3, 5, 6, 9 t/m 12 van hoofdstuk 1.5 de bank betaalt op bladzijde 24 tot en met 27.
  • Klaar? Aan de slag met een ander vak.

Huiswerk
timer
7:00

Slide 17 - Slide