This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 75 min
Items in this lesson
Module musical les 1
Slide 1 - Slide
Leerdoelen les 1
1. ik weet wat ik kan verwachten tijdens deze module
2. ik weet hoe je spanning krijgt in een verhaallijn (plot)
3. ik heb meer kennis van theater
Slide 2 - Slide
Over de streep
Ga allemaal aan de rechterkant van het lokaal staan. Als je bij de volgende vragen 'ja' kunt antwoorden, loop je 'over de streep' naar de linkerkant van het lokaal.
Slide 3 - Slide
Benodigdheden iedere les
1. lesboekje
2. chromebook
Slide 4 - Slide
Over de streep 1
Ik ben wel eens naar een theater geweest.
Slide 5 - Slide
Over de streep 2
Ik kijk op 1 januari wel eens naar het Nieuwjaarsconcert.
Slide 6 - Slide
Over de streep 3
Ik ben wel eens naar een musical geweest.
Slide 7 - Slide
Over de streep 4
Ik ben wel eens naar opera geweest.
Slide 8 - Slide
Over de streep 5
Ik hou van zingen.
Slide 9 - Slide
Over de streep 6
Ik ben wel eens naar de Lion King geweest.
Slide 10 - Slide
Over de streep 7
Ik weet waar het verhaal van de Lion King over gaat.
Slide 11 - Slide
Over de streep 8
Ik speel een instrument.
Slide 12 - Slide
Over de streep 9
Ik kijk op 1 januari altijd naar de Sound of Music op tv.
Slide 13 - Slide
Over de streep 10
Ik ken een musical waar Jim Bakkum in heeft gespeeld.
Slide 14 - Slide
Over de streep 11
Ik heb wel eens op een podium gestaan (voor een zaal met mensen).
Slide 15 - Slide
Bedenk drie dingen voor jezelf wat je verwacht te leren of te doen in deze module. Daarna krijgen drie leerlingen de beurt.
Slide 16 - Open question
Hoe ziet de module eruit?
je leert over de geschiedenis van muziektheater.
je doet theateroefeningen, zangoefeningen > dans of eigen instrument.
je leert over verschillende rijmvormen en hoe muzieknummers in elkaar zitten.
je maakt in groepjes een korte scene uit een musical. Voor ieder dus wat wils: muziek, dans, theater & zang.
Slide 17 - Slide
Voorbeelden musicals
Je gaat nu naar drie fragmenten uit musicals kijken. Geef antwoord op de vragen.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
00:31
Hoe is de beginopstelling van de musical Spijt?
Slide 20 - Open question
00:49
Waarom zou de regisseur voor deze opstelling gekozen hebben?
Slide 21 - Open question
01:03
Wat is het effect van het door elkaar lopen van de acteurs?
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Video
01:18
Welke invloed heeft de muziek op de sfeer?
Slide 24 - Open question
01:36
In welke tijd speelt dit verhaal zich af?
Slide 25 - Open question
01:55
Waar kun je dat aan zien?
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Video
00:21
Voor welke leeftijdsgroep denk je dat deze musical gemaakt is?
Slide 28 - Open question
00:28
Waar zie je dat aan?
Slide 29 - Open question
00:41
Hoe staan de acteurs ten opzichte van het publiek?
Slide 30 - Open question
Plot en spanningsboog
luister goed naar de uitleg van de docent. Daarna doen we een quiz.
Slide 31 - Slide
Plot
Plot > plan, de structuur van een verhaal, met alle verwikkelingen
geraamte > 'vlees' = de vertelling van een boek, toneelstuk, videospel of film
Slide 32 - Slide
Spanning creëren
Informatie achterhouden
vooruitblikken in de toekomst (nieuwsgierig maken)
De kijker meer laten weten dan een personage (het Jan Klaassen-syndroom)
De kijker telkens net genoeg nieuwe informatie geven
De kijker opzadelen met nieuwe vragen telkens als hij een vraag oplost
Werken met cliffhangers
De kijker op het verkeerde been zetten > red herring
Slide 33 - Slide
een plot is
A
het einde van een scène
B
een spannend moment in een musical
C
de structuur van het verhaal
Slide 34 - Quiz
spanning creëer je door:
A
informatie achter te houden
B
vooruit te blikken
C
de kijker evenveel ten laten weten als een personage
D
telkens nét genoeg informatie te geven
Slide 35 - Quiz
nog meer manieren op spanning te creëren:
A
de kijker een nieuwe vraag geven nadat hij er een heeft opgelost
B
de kijker informatie geven die hij in feite niet nodig heeft
Slide 36 - Quiz
Verhaallijn musical
We gaan zelf een musical maken. Nu gaan we samen bedenken waar hij over gaat en de scènes bedenken.
Slide 37 - Slide
Wie is de hoofdpersoon
A
een jongen
B
een meisje
Slide 38 - Quiz
Waar speelt het verhaal zich af?
A
op de camping
B
op een rolschaatsbaan
C
in het bos
Slide 39 - Quiz
Welk probleem heeft de hoofdpersoon?
A
liefdesverdriet
B
verhuizing
C
dreigende uitzetting van een Syrische klasgenoot
Slide 40 - Quiz
Van wie krijgt de hoofdpersoon hulp bij het oplossen van het probleem?
A
zijn/haar ouders
B
een docent
C
de eigenaar van het Turkse winkeltje op de hoek
Slide 41 - Quiz
Wie werkt de hoofdpersoon tegen?
A
de directeur van de school
B
zijn/haar oma
C
de vrouw van de eigenaar van het Turkse winkeltje
Slide 42 - Quiz
Hoe wordt het probleem opgelost?
A
door de liefde
B
door toeval
C
doordat iemand iets voor elkaar krijgt
Slide 43 - Quiz
Theateroefening
Slide 44 - Slide
Bedenk één ding dat je het best onthouden hebt van deze les.