Hoofdstuk 3 les 2 - par 3.3

Startopdracht les
  1. Zet je tas op de grond.
  2. alles  van tafel.
  3. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startopdracht les
  1. Zet je tas op de grond.
  2. alles  van tafel.
  3. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  1. teugblik  
  2. Uitleg 3.3 Hoe is het geregeld?
  3. Aan de slag met paragraaf 3 (alleen begrippen vragen)
  4. Uitleg 3.3 rekenvaardigheden mbv hulpkaart rekenvragen en verhoudingstabel.
  5. Aan de slag met paragraaf 3 (rekenvragen)
  6. Afsluiting

Slide 2 - Slide

LET OP! differentiatie 

Lesdoelen
  1. Ik heb de leerdoelen van hoofdstuk 3  paragraaf 3 behaald.
  2. Ik heb aantekeningen van paragraaf3 gemaakt.
  3. Ik heb met mijn buurman/vrouw samengewerkt.
  4. Ik heb gerekend met behulp van de hulpkaart

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aanmelden / Inloggen 
        Lesson up                                                Teams

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 3 Aan het werk?
Studiewijzer

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vorige les Ik weet aan het eind van deze les:
1. Paragraaf 1 -  Hoe kom je aan een baan (vacature, solliciteren)
2. Paragraaf 1 -  Wat voor soort banen zijn er ? (voltijd, deeltijd en geschoold en ongeschoold)
3. Paragraaf 2 - Wat voor arbeidsovereenkomst kan je hebben? (vast, tijdelijk en proeftijd)
Rekenen:
4. Rekenen met procenten
-  percentage berekenen
(verhoudingstabel)
- euro's naar procenten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Jesse woont op kamers en hij heeft per maand € 825 te besteden. Zijn budgetten staan in het cirkeldiagram. Hoeveel kan Jessey volgens het cirkeldiagram sparen?
En reken uit hoeveel % dit is van het totaal.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Jesse woont op kamers en hij heeft per maand
€ 825 te besteden. Zijn budgetten staan
in het cirkeldiagram. (1)Hoeveel kan Jesse
volgens het cirkeldiagram sparen? (2) En reken
uit hoeveel % dit is van het totaal.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Charity werkt in een kledingwinkel en verdient hiermee €217 per maand. Haar werkgever houd €42,17 in.
a. Wat is haar brutoloon?
b. Wat is haar nettoloon?
Formule Nettoloon
Nettoloon = Brutoloon - inhoudingen
timer
2:00

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Paragraaf 3
Studiewijzer

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ik weet aan het eind van deze les:
1. Herhaling - wat spreek je met je baas af tijdens je arbeidsvoorwaarden gesprek.
2. Wat een arbeidsovereenkomst is.
3. Wat een CAO is.
4. Wat bruto- en nettoloon betekenen.
5. Wat het minimumloon is.
Rekenen:
6. Hoe je van bruto naar nettoloon reken.
7.  minimumloon berekenen. (rekenen met procenten en week naar maand)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat spreek je met je toekomstige baas af?
en waar in wordt dat gezet?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

CAO's
  • Veel sectoren hebben een CAO




  • En er zijn vakbonden die met bedrijven onderhandelen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden CAO


CAO = 
collectieve arbeidsovereenkomst

Ken je bedrijven met een eigen CAO?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bruto- & nettoloon
Brutoloon = loon dat je werkgever moet betalen, maar waar nog belasting en sociale premies van af moeten

Nettoloon = loon dat jij op je rekening gestort krijgt. Belasting en sociale premies zijn hier al van af

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
d

timer
20:00
Wat ga je doen
Maken van paragraaf 3
blz 76 t/m 79

maken 28 t/m 32 en 37 t/m 40

opdrachten overslaan  
-> REKEN OPDRACHTEN
a je dit maken?

Extra uitleg
Powerpoint 3.3in magister voor extra uitleg


lfstandig 

eerste 10 min in stilte.

Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar?
(snelle werkers )
Maak de uitdagende opdrachten; 
- rekenopdrachten par 3

LET OP! 
Stoplicht

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

rustmoment
timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stappenkaart Rekenen
Verhoudingstabel

Slide 19 - Slide

uitdelen van geprinte variant.
Bruto- en nettoloon






Brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld Bruto en Netto loon
  • Formule:
     Netto loon =    Bruto loon -  ( loonbelasting + premies )
Voorbeeld
Bruto loon = € 1900
Loonbelasting = €170 Sociale premies = €100

Reken het netto salaris uit. Let op de haakjes!!!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Minimumloon

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verdeling in de uitleg
  1. Korte instructie en dan aan de slag 
    of
  2. Meedoen klassikaal en dan aan de slag.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk met 
Ik roep enkele van jullie naar voren.

Uitleg en maken onder begeleiding van rekenvragen

Wie niet is uitgenodigd en wilt mag naderhand ook naar voren komen.
Wat doe je als je niet naar voren moet? Rekenvragen maken.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
d

timer
25:00
Wat ga je doen
Maken van paragraaf 3
blz 76 t/m 78  

REKENVRAGEN
Hoe ga je dit maken?

> Powerpoint 2.3/4 in magister voor extra uitleg

LET OP!! gebruik je hulpkaart

Zelfstandig 

eerste 10 min in stilte.

Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar?
(snelle werkers )
Maak de uitdagende opdrachten; 
- afmaken paragraaf
- en controle vooraan 

LET OP! 
Stoplicht

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Ik weet aan het eind van deze les:
1. Herhaling - wat spreek je met je baas af tijdens je arbeidsvoorwaarden gesprek.
2. Wat een arbeidsovereenkomst is.
3. Wat een CAO is.
4. Wat bruto- en nettoloon betekenen.
5. Wat het minimumloon is.
Rekenen:
6. Hoe je van bruto naar nettoloon reken.
7.  minimumloon berekenen. (rekenen met procenten en week naar maand)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een groep bedrijven die hetzelfde doen
B
Werk bij een uitzendbureau
C
Een afspraak tussen werkgever en werknemer.
D
Een afspraak tussen klant en verkoper

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Blooket
Hoe goed weten wij de begrippen.

SPELEN maar.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Reken met procenten
3. stijging of daling MET groeifactor
Toename                          Groeifactor = 1 + (%/100)
Afname                             Groeifactor = 1 - (%/100)

Formule                            oude aantal/bedrag x groeifactor = 


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Reken met procenten
4. Procentuele stijging of daling
Optie 1                                 (nieuw - oud) : oud x 100
Optie 2                                verschil : oud x 100
Optie 3                                Gebruik maken van een verhoudingstabel

Bijvoorbeeld opgave 8 tm 11

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk
rekenopdrachten paragraaf 3
hoofdstuk 3 


Neem de spullen die je voor de les nodigt hebt mee



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Economie 
Economie 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we vorige keer geleerd?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions