1D 13 april

Welkom
Ga in je Kahoot quizgroep bij elkaar zitten. 
de 3 smurfen
3-zurematten-_-
Joe's
de 4 biggetjes
queen energy

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Ga in je Kahoot quizgroep bij elkaar zitten. 
de 3 smurfen
3-zurematten-_-
Joe's
de 4 biggetjes
queen energy

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Laatste kans inleveren (creatieve opdrachten) boekverslag
  • Grammatica wedstrijd
  • Opdracht periode 4: instructie schrijven/filmen en presentatie boekverslag


Slide 2 - Slide

Lesdoelen

  • Ik leg uit wat de persoonsvorm is. 
  • Ik verdeel de zin in zinsdelen. 
  • Ik leg uit wat het onderwerp is. 
  • Ik leg uit wat het werkwoordelijk gezegde is. 
  • Ik leg uit wat het lijdend voorwerp is. 
  • Ik leg uit hoe ik in mailtjes de aanhef en de groet verwerk. 


    Slide 3 - Slide

    Herhaling vorige les

    We zijn gestart met de grammatica wedstrijd. 

    Slide 4 - Slide

    Boekverslag 3

    Inleveren boekverslagen en creatieve opdrachten. Laatste kans!

    Slide 5 - Slide

    Grammatica wedstrijd
    1. Ik zet een zin op het bord. 
    2. Jullie groepje ontleed de zin zo snel mogelijk: pv, zinsdelen, ow, wg, lv
    3. De groep die als eerste de zin ontleed heeft (ik controleer), ontleed de zin voor de klas op het bord. 
    4. Je krijgt 3 punten voor het correct ontleden van de zin. 
    5. Heb je een fout, dan mag een andere groep je verbeteren. Die krijgt dan 4 punten. 
    6. Iemand verbeteren terwijl er geen fout was, betekent een minpunt. 

    Slide 6 - Slide

    Zin 1 

    In deze zin is het onderwerp niet moeilijk. 

    Slide 7 - Slide

    Zin 2

    Die ene groep denkt nu te kunnen winnen. 

    Slide 8 - Slide

    Zin 3

    In de Meivakantie eet ik elke dag een ijsje. 

    Slide 9 - Slide

    Zin 4

    Morgen heeft Kyara voor het eerst een dansles met haar team. 

    Slide 10 - Slide

    Instructie schrijven en filmen
    Instructie schrijven en filmen


    Wat moet je doen?

    Je gaat in een tweetal een instructie schrijven, waarbij je doe-woorden en signaalwoorden gebruikt. 























    Slide 11 - Slide

    Instructie schrijven en filmen
    Bijvoorbeeld

    · Verwarm eerst de oven voor op 200 graden Celcius.
    · Pak vervolgens de melk en twee eieren uit de koelkast.
    enz.
    Je mag zelf het onderwerp bepalen. Bijvoorbeeld je bed opmaken, de kattenbak verschonen. 

    Slide 12 - Slide

    Instructie schrijven en filmen
    1. Je bedenkt een recept voor een heerlijke taart of cake. Schrijf een instructie voor iemand die ook graag jouw taart/cake wil maken.

    2. Een tosti is erg lekker voor de lunch. Schrijf een instructie voor iemand die ook graag een tosti wil leren bakken.
    3. Het is bijna weer kerst! Dus dat betekent dat de kerstboom weer opgezet moet worden. Schrijf een instructie over hoe je een kerstboom het beste kunt opzetten.
    4. Over een aantal weken gaan we weer knallend het nieuwe jaar in. Schrijf een instructie over hoe je op een veilige manier vuurwerk kunt afsteken.
    5. Misschien heb je zelf wel geleerd om een fietsband te plakken. Je kan het een ander ook leren. Schrijf een instructie voor iemand die zelf ook wil leren. 



    Slide 13 - Slide

    Instructie schrijven en filmen

    Let op!
    Instructies waarbij je iets gaat koken of bakken staan vaak al op de verpakking. Dat is dus niet zelfgeschreven.

    Hoe moet je de opdracht maken?
    In tweetallen. Jullie schrijven de instructie uit in Word en filmen deze.

    Slide 14 - Slide

    Instructie schrijven en filmen
    Eisen (leerdoelenkaart volgt)
    - De instructie moet duidelijk en volledig zijn.
    - Er moeten signaalwoorden worden gebruikt.
    - Er moeten doe-woorden worden gebruikt.
    - De instructie bevat minimaal vijf stappen.
    - De instructie moet foutloos worden geschreven (zonder spellings-, typ- en leestekenfouten)

    Slide 15 - Slide

    Instructie schrijven en filmen

    In de lessen voor de opdracht wordt er in de klas geoefend met het herkennen en schrijven van verschillende instructies.

    Inleverdatum en duur filmpje volgen. 

    Beoordeling:
    Cijfer op de uitgeschreven instructie en het filmpje

    Slide 16 - Slide

    Presentatie boekverslagen
    Je hebt drie boeken gelezen en hier ook drie boekverslagen bij ingeleverd. Jullie gaan in 1:30 tot 2 minuten over deze drie leesboeken vertellen.

    Je kunt er een 4,0, een 6,0 of een 8,0 op halen. Dit wordt je vierde deelcijfer. Van deze vier deelcijfers wordt een gemiddelde van berekend en dit wordt je cijfer in Magister.

    Slide 17 - Slide

    Presentatie boekverslagen
    Jullie maken een PowerPointpresentatie (of Prezi o.i.d.). en vertelt:
    Dia 1: Inleiding: Wie ben je en waar gaat je presentatie over?
    Dia 2: Inhoudsopgave
    Dia 3: welke drie leesboeken heb je gelezen en welke auteurs hebben de boeken geschreven. (plaatjes van alle drie de boeken is wel een vereiste) + zeer korte samenvatting per boek (paar zinnetjes is voldoende).
    Dia 4: welk leesboek je het minst leuk vond en argumenten daarbij noemen.
    Dia 5: welk leesboek je het leukst vonden en argumenten daarbij noemen.
    Dia 6: Afsluiting/conclusie.

    Slide 18 - Slide

    Presentatie boekverslagen
    Je krijgt hier drie lesuren voor. 

     eisen
     De presentatie moet weinig tekst bevatten. Eventueel alleen wat steekwoorden. Geen zinnen, want dan wordt het voorlezen. 
    Je moet het verhaal uit je hoofd vertellen, dus niet voorlezen vanaf een papiertje.
    In de presentatie horen geen taalfouten.
    De presentatie heeft een duidelijke opbouw.
    Je kijkt de klas in en bent duidelijk verstaanbaar. 





    Slide 19 - Slide

    Aan de slag

    Je mag nu met je presentatie beginnen, dit is extra tijd dus telt niet meer voor de drie lesuren. 

    Als je je korte verhaal nog moet inleveren, uiterlijk a.s. vrijdag, ga je daar eerst mee beginnen. 

    Slide 20 - Slide

    Lesdoelen checken
    Ik leg uit wat de persoonsvorm is.
    Ik verdeel de zin in zinsdelen.
    Ik leg uit wat het onderwerp is.
    Ik leg uit wat het werkwoordelijk gezegde is.
    Ik leg uit wat het lijdend voorwerp is. 
    Ik leg uit hoe je een aanhef en een groet in een mail verwerkt. 

    Slide 21 - Slide

    Hoe vonden jullie deze les?

    Wat heb je geleerd vandaag?

    Wat vond je leuk aan deze les?

    Slide 22 - Slide

    Volgende les
    Moet ik nog even over nadenken.

    Slide 23 - Slide