Havo 5 - Britse rijk - LV 1 (1 voorkennis en intro)
Historische context - Britse Rijk 1585-1900
examenmodule
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Historische context - Britse Rijk 1585-1900
examenmodule
Slide 1 - Slide
Tekst
Slide 2 - Slide
vorige les
vorige les
Slide 3 - Slide
Deze les
Voorkennis check
Hoe is de historische context opgebouwd
Opdracht - mindmap boek
Slide 4 - Slide
Historische Context: Britse Rijk
Voorkennischeck
Slide 5 - Slide
Wat is GEEN gevolg van de reformatie?
A
De paus is niet langer de baas van de kerk
B
Er ontstaan veel nieuwe christelijke stromingen
C
De katholieke kerk start de contrareformatie
D
In veel landen zijn er godsdienstoorlogen
Slide 6 - Quiz
Welke invloed hadden Europese kolonisten in Amerika?
A
Zij maakten inheemse mensen tot slaaf
B
Zij verspreidden ziektes waardoor inheemse mensen stierven
C
Zij verspreidden het christelijke geloof
D
Zij handelden met de inheemse bevolking en vervoerden dit naar het moederland
Slide 7 - Quiz
Wat is de Trans-Atlantische Driehoekshandel?
A
Handel naar Oost-Indië
B
Handel naar Amerika
C
Handel tussen Europa, Oost-Indië en Amerika
D
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
Slide 8 - Quiz
Waar vertrouw je op bij het rationalisme?
A
God
B
De overheid
C
Je eigen verstand
D
De wetenschap
Slide 9 - Quiz
Wat is GEEN Verlichtingsideaal?
A
Alle mensen hebben gelijke rechten waarmee zij geboren worden
B
De kerk en de staat moeten van elkaar gescheiden worden
C
De samenleving is gebaseerd op erfelijkheid
D
De hoogste macht moet bij het volk liggen (volkssoevereiniteit)
Slide 10 - Quiz
In welk jaar verklaarden de Britse koloniën in Noord-Amerika zich onafhankelijk?
A
1763
B
1776
C
1789
D
1792
Slide 11 - Quiz
Wat is abolitionisme?
A
Het onafhankelijk verklaren van koloniën
B
Het streven naar stemrecht voor meer mensen
C
Het onderzoek doen naar bepaalde Verlichtingsidealen
D
Het streven naar de afschaffing van de slavernij
Slide 12 - Quiz
Op welk ideaal is het abolitionisme vooral gebaseerd?
A
Altijd op eigen verstand vertrouwen
B
Het volk moet de hoogste macht hebben
C
Kerk en staat moeten van elkaar gescheiden worden
D
Alle mensen worden geboren met gelijke rechten
Slide 13 - Quiz
kenmerkende aspecten
Slide 14 - Slide
Hoe is het hoofdstuk opgebouwd?
Slide 15 - Slide
Opdracht - mindmap in snel tempo
Context jaartallen - wat gebeurde er?
leidende vragen en jaartallen / begrippenlijst / tijdlijn
En met het leerdocument (classroom)
Kenmerkende aspecten
Belangrijke begrippen
belangrijke personen
belangrijke jaartallen
Slide 16 - Slide
Huiswerk:
Leer de kenmerkende aspecten van tijdvak 5.
Maak de mindmap af.
Vul de enquete in op classroom als je dit nog niet hebt gedaan.
Slide 17 - Slide
elementen van de mindmap
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Historische context - Britse Rijk 1585-1900
Leidende vragen:
1. Op welke manieren ontwikkelden zich de Engelse koloniën in de Amerika's (1585-1833)? par 1
2. Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)? par 2
3. Welke rol speelden de koloniën in de sociaal-economische ontwikkelingen in Groot-Brittannië (1750-1900)? par 3
Slide 20 - Slide
Kenmerkende aspecten
Tijdvak 5 Ontdekkers en hervormers
18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
Tijdvak 6 Regenten en vorsten
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
Tijdvak 7 Pruiken en revoluties
27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
Slide 21 - Slide
Kenmerkende aspecten
Tijdvak 8 Burgers en stoommachines
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Slide 22 - Slide
Leidende vraag
1. Op welke manieren ontwikkelden zich de Engelse koloniën in de Amerika's (1585-1833)?
Slide 23 - Slide
Leerdoelen Leidende vraag 1
Je kunt uitleggen welke Engelse koloniën in Amerika ontstonden.
Je kunt uitleggen welke gevolgen de komst van de Europeanen had voor de inheemse bevolking van Amerika.
Je kunt uitleggen hoe de Engelsen meededen aan de trans atlantische driehoekshandel
Je kunt uitleggen hoe de V.S. van Amerika ontstonden
Je kunt uitleggen hoe de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.