TK1 Shit Rule

Welcome back, everyone!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Welcome back, everyone!

Slide 1 - Slide

Goals theme 1
  • Learning goals chapter 1:
  • Use words to describe looks and use numbers
  • Understand when people talk about personal information, hobbies and family.
  • Introduce yourself and family (Today)
  • Write about facts and habits: I walk, he walks (grammar) TODAY
  • Give personal information and describe people
  • Use pronouns and make questions with question words

Slide 2 - Slide

Goal for today
  • I can write about my family in the present simple (tegenwoordige tijd)
  • I know the SHIT-rule

Slide 3 - Slide

GRAMMAR: Tegenwoordige tijd
What did we talk about yesterday?

Slide 4 - Slide

GRAMMAR: Tegenwoordige tijd
* Verbs -> Werkwoorden!
Vb: lopen, eten, rekenen, schrijven, fietsen, dansen

* Meestal staat er een persoon, dier of ding voor...
IK loop, DE HOND eet, DE REKENMACHINE rekent

Slide 5 - Slide

GRAMMAR: Tegenwoordige tijd
  • Bij FEITEN (dingen die altijd zo zijn):
  • The sun shines, I breath, a dog barks... NOG MEER?
  • Bij GEWOONTES (dingen die je altijd doet):
  • Daily routine: My day


Slide 6 - Slide

Present Simple
Bij: I / you / we / they, gebruik je het hele werkwoord: walk

I walk, you walk, we walk, they walk




Slide 7 - Slide

Present Simple
Bij: She  / He  / It -> het hele werkwoord +s -> walk+s-> walks

She walks, he walks, it walks

Dit noemen we de "SHIT" regel


Slide 8 - Slide

Present Simple: Spelling
Lees met me mee! p 61
I catch    - > He catches
I try          - > He tries
I buy        - > He buys


Slide 9 - Slide

De SHIT regel heeft te maken met werkwoorden. Wat zijn voorbeelden van werkwoorden?
A
ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij
B
wat, waar, wanneer
C
lopen, slapen, lachen
D
baby, studie, universiteit

Slide 10 - Quiz

Bij welke tijd hoort de SHIT regel?
A
Tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomstige tijd

Slide 11 - Quiz

Tegenwoordige tijd in het Engels?
A
Present Simple
B
Past Simple
C
Future tense

Slide 12 - Quiz

Present simple:
Wat is de regel van de present simple?
A
ww + ed
B
-hele ww bij I, you, we, they -ww + s bij he, she, it
C
am/are/is + ww + -ing

Slide 13 - Quiz

Als we het over de SHIT regel hebben, staat SHIT voor...
A
Poep
B
She hits him
C
She, He, It
D
een scheldwoord

Slide 14 - Quiz

Wat is de shit-regel?
A
er komt -s achter het werkwoord bij he/she/it
B
er komt -ing achter het werkwoord bij he/she/it

Slide 15 - Quiz

In welke zin staat een voorbeeld van de SHIT-regel?
A
We love pizza.
B
They are crazy .
C
I walk to school every day.
D
She sings in a choir once a week.

Slide 16 - Quiz

I ......... (eat) a donut!
A
We love pizza.
B
They are crazy .
C
I walk to school every day.
D
She sings in a choir once a week.

Slide 17 - Quiz

John ......... (fly) to Ibiza!
A
fly
B
flys
C
flies

Slide 18 - Quiz

She ......... (do) the dishes!
A
do
B
does
C
dos

Slide 19 - Quiz

Peter ......... (watch) the Champions League!
A
watches
B
watchs
C
watch

Slide 20 - Quiz

The dog ......... (plays) with his food.
A
plaies
B
play
C
plays

Slide 21 - Quiz

Homework
Learn before Monday:

Repeat Vocabulary B and C and D
Repeat Stone 1 Introducing yourself
Learn Grammar 1 Present Simple p.61
DO:

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide