This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Krachten
Slide 1 - Slide
Aangrijpingspunt
Het aangrijpingspunt is de plaats
waar de kracht werkt .
Slide 2 - Slide
massamiddelpunt
Het aangrijpingspunt van de
zwaartekracht (Fz) ligt midden in het voorwerp.
Dit noem je het massamiddelpunt
Slide 3 - Slide
Aangrijpingspunt
Het aangrijpingspunt van de spankracht (Fspan)is de plaats waar het touw vast zit .
Slide 4 - Slide
Aangrijpingspunt
Het aangrijpingspunt is de plek waar de kracht werkt.
Slide 5 - Slide
Welke 2 krachten hebben hetzelfde aangrijpingspunt, maar zijn tegengesteld gericht?
A
Fz en Fs
B
Fg en G
C
Fn en G
D
Fn en Fz
Slide 6 - Quiz
De krachtmeter
De krachtmeter of veerunster
Met een krachtmeter kun je de kracht meten.
De eenheid van kracht is
Newton (N).
(10 newton is ongeveer 1kg)
Slide 7 - Slide
Krachten kan je meten met een
A
weegschaal
B
veerunster
C
thermometer
D
schuifmaat
Slide 8 - Quiz
Melvin gebruikt bij een practicum over krachten een krachtmeter. Hij hangt zijn etui aan de krachtmeter. Je ziet een afbeelding van de schaalverdeling van de krachtmeter. Welke kracht geeft de krachtmeter aan?
A
0,80N
B
0,85N
C
0,90N
D
1,15N
Slide 9 - Quiz
Lees de grootte van de kracht op de krachtmeter af. De kracht is...
A
2,5N
B
2,2N
C
2,6N
D
2,8N
Slide 10 - Quiz
Hoeveel kracht is er nodig om 1 kilogram op te tillen ?
Als de kist stil hangt zijn de zwaartekracht en spankracht even groot.
Slide 14 - Slide
krachten tekenen
Slide 15 - Slide
In welke tekening is de zwaartekracht juist getekend.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 16 - Quiz
Welk figuur geeft de spankracht van het touw op het blokje juist aan.
A
a
B
b
C
c
D
geen
Slide 17 - Quiz
Welke kracht is hier de zwaartekracht
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quiz
Krachtenschaal
Bij een kracht van 150 N zou je een pijl van 3 cm moeten tekenen.
In de afbeelding is een krachtenschaal
Gebruikt van 1cm per 50N.
Kies een krachtenschaal zodanig dat je de grootste kracht nog op papier kan tekenen.
Kracht tekenen op schaal.
Slide 19 - Slide
Krachtenschaal
In de rechter figuur wordt met een kracht van 10 N een dop van een fles gehaald.
De krachtenschaal is 5N= 1cm.
De pijl moet nu dus 10/5 = 2cm lang zijn.
De kracht werkt hier naar boven.
Slide 20 - Slide
Krachtenschaal
De pijl zou nu dus 250/100 = 2,5cm lang zijn.
De kracht werkt hier naar beneden.
In de rechter figuur wordt met een kracht van 250 N op een pedaal geduwd.
De krachtenschaal is 100N= 1cm.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl
Slide 23 - Quiz
Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.
Slide 24 - Quiz
Deze pijl geeft een kracht weer van
A
1 N
B
8 N
C
13 N
D
104 N
Slide 25 - Quiz
Hoe groot is de kracht die op de bal wordt uitgeoefend.
A
50N
B
2,6 cm
C
19,2N
D
130N
Slide 26 - Quiz
De schaal van een getekende pijl is 1 cm = 3,5N. De getekende pijl is 7 cm lang. Hoe groot is de kracht?
A
24.5N
B
2N
C
0,5N
D
30,5N
Slide 27 - Quiz
Je tekent een kracht van 5N. Hoe lang moet de pijl dan zijn bij een krachtenschaal van
1N=^3cm
A
5 cm
B
15 cm
C
0,6 cm
D
2,67 cm
Slide 28 - Quiz
Een krachtenpijl Fz is 10 cm lang. Bij het plaatje staat 1cm=5 Newton. Hoe groot is de kracht?
A
5N
B
1N
C
10N
D
50N
Slide 29 - Quiz
De rode pijl geeft de zwaartekracht van van het bankje aan. Het bankje heeft een massa van 35 kg. De krachtenschaal is 1cm = 50N Hoe lang moet de pijl zijn.