De Griekse mythologische god Asklepios heeft zijn naam gegeven aan het symbool van de geneeskunde: esculaap. Staf waar een slang omheen kronkelt. De slang staat in de esculaap symbool voor de genezing, omdat dit dier zijn huid kan afwerpen, hetgeen staat voor herboren worden en genezing, maar ook door zijn beet die de dood kan brengen
Hippocrates (460-377 v. Chr.) benadrukte het belang van hygiëne, zowel voor arts als patiënt, gezonde eet- en drinkgewoonten, frisse lucht en een natuurlijk verloop van processen in het lichaam. Deze ideeën zijn nog steeds relevant. Eed van Hipocrates
In Perzië en India werden artsen opgeleid. Zij hielden zich bezig met anatomie, oogheelkunde, farmacologie en fysiologie. Bekende namen zijn Rhazes (1000) en Avicenna (1025). Rhazes gebruikte als eerste chirurg de verdovingsvloeistof ethanol. Avicenna schreef verschillende geneeskundige boekwerken