Klas 2 avoir mal/ hh tijden/ vraagwoorden/zinnen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vervoeg: manger - imp - tu

Slide 2 - Open question

Vervoeg: guérir - PC - vous

Slide 3 - Open question

vervoeg: vendre - prés - il

Slide 4 - Open question

vervoeg: choisir - imp - vous

Slide 5 - Open question

vervoeg: attendre - PC - ils

Slide 6 - Open question

vervoeg: réserver - PC - elle

Slide 7 - Open question

Weet je nog de vraagwoorden in het Frans? 
quand
combien
pourquoi
comment
qui
qu'est-ce que
wie
Waarom
Wat
wanneer
hoeveel
waar
hoe

Slide 8 - Drag question

1

Slide 9 - Video

Het Frans kent twee soorten categorieën vraagzinnen.
vrai
faux

Slide 10 - Poll

Welke zin is een vraagzin?

1; Est-ce que tu fais du sport tous les jours?
2; Tu fais du sport tous les jours
A
zin 1 en 2
B
alleen zin 1

Slide 11 - Quiz

Maak de onderstaande vraag dmv het gebruik van est-ce que:
woon jij in Parijs?

Slide 12 - Open question

Maak de onderstaande vraag dmv het gebruik van inversion (omkering):
woon jij in Parijs?

Slide 13 - Open question

Maak de onderstaande vraag dmv het gebruik van est-ce que:
Eet jij een appel?

Slide 14 - Open question

Maak de onderstaande vraag dmv het gebruik van inversion:
Eet jij een appel?

Slide 15 - Open question

2h blz 37
2hv blz 28

Slide 16 - Slide

Het gaat niet goed

Slide 17 - Open question

wat betekent 'où as-tu mal?'

Slide 18 - Open question

ik ben ziek

Slide 19 - Open question

ik heb pijn aan mijn been

Slide 20 - Open question

ik heb pijn aan mijn neus

Slide 21 - Open question