Geluid Nova H6 paragraaf 6.1 les 7 5juni

HW 
Paragraaf 8.2: 1, 3, 6, 8, 9, 12 en stencil
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

HW 
Paragraaf 8.2: 1, 3, 6, 8, 9, 12 en stencil

Slide 1 - Slide

Herhaling

  • Geluidsbron
  • Tussenstof
  • Ontvanger
  • Geluid is een trilling
  • Zonder tussenstof geen geluid
  • Een andere tussenstof een ander snelheid, een ander geluid

Slide 2 - Slide

Herhaling
  • v (geluid) = 343 m/s
  • v = s / t -> uitrekenen hoe ver weg het geluid is

  • Echo

Slide 3 - Slide

Als v = s / t
Welke formules hieronder zijn juist
A
s = v /t
B
t = s / v
C
s = v * t
D
t = s * v

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

In deze opgave wordt er niet gebruikt
gemaakt van de geluidssnelheid 343 m/s.
Waarom niet?

Slide 6 - Open question

De geluidssnelheid in water is 1500 m/s.

Slide 7 - Open question

De afstand die het geluid af heeft gelegd
is dus 300 m.

Hoe diep is de zee daar dan?

Slide 8 - Open question

Geluid

Paragraaf 8.2

Slide 9 - Slide

8.2 Wat moet je kennen en kunnen
  • 8.2.1 Je kunt de drie factoren noemen die van invloed zijn op de hoogte van de toon die een snaar maakt.
  • 8.2.2 Je kunt uitleggen wat de frequentie is van een trilling.
  • 8.2.3 Je kunt in een oscilloscoopbeeld de trillingstijd van een toon bepalen.
  • 8.2.4 Je kunt berekeningen maken met trillingstijd en frequentie.
  • 8.2.5 Je kunt het frequentiebereik noemen van het menselijk gehoor.
  • 8.2.6 Je kunt het verschil uitleggen tussen ultrasoon en infrasoon geluid.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Demo trillingen & oscilloscoop

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoge toon
Lage toon
Dunne snaar
Lange snaar
Slappe snaar
Korte snaar
Dikke snaar

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aantekening
zie volgende pagina

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

De tijdbasis is ingesteld op
4 ms/div.
Bereken de frequentie.
A
125 Hz
B
250 Hz
C
31,25 Hz
D
62,5 Hz

Slide 23 - Quiz

Een toon heeft een frequentie van
50 Hz. Bereken de trillingstijd.
A
200 ms
B
2 ms
C
0,2 ms
D
20 ms

Slide 24 - Quiz

Een toon heeft een trillingstijd van 0,00004 s. Bereken de frequentie.
A
25 kHz
B
2,5 kHz
C
25 000 kHz
D
250 kHz

Slide 25 - Quiz

Frequentiebereik = de tonen die wij kunnen horen

Hoe ouder je wordt, hoe kleiner je frequentiebereik (aftakeling begint bij hoge tonen)

Er is geluid dat wij niet kunnen horen, maar andere dieren wel. 

Slide 26 - Slide

Ultrasoon geluid:
Geluid met een frequentie hoger dan 20 000 Hz.
bv vleermuis, dolfijn

Infrasoon geluid:
Geluid met een frequentie lager dan 20 Hz.
bv Olifant 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10 - 10 000 Hz
B
10 - 10 000 dB
C
20 - 20 000 Hz
D
20 - 2 000 Hz

Slide 29 - Quiz

Werken aan stencil

Slide 30 - Slide

Zelf lezen
Ultrasoon en infrasoon

Slide 31 - Slide

Extra oefenen?
zie volgende pagina's

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

A
B
C
De breedte van het scherm is steeds 0,1 seconde

Bepaal voor A, B en C de trillingstijd en de frequentie. 

Slide 34 - Slide

Trillingstijd en frequentie
van A

Slide 35 - Open question

Trillingstijd en frequentie
van B

Slide 36 - Open question

Trillingstijd en frequentie
van C

Slide 37 - Open question

Ik heb een trillingstijd van 50 ms. Hoe groot is mijn frequentie dan?
A
2 Hz
B
50 Hz
C
0,02 Hz
D
20 Hz

Slide 38 - Quiz