Herhaling H1 t/m H4

Herhaling H1 t/m H4
Jong & Oud
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H1 t/m H4
Jong & Oud

Slide 1 - Slide

Welk begrip bij: 'Je profiteert van de inspanningen die een ander doet.'

Slide 2 - Open question

Een voorraadgrootheid meet je ...
A
op één moment
B
tijdens een periode

Slide 3 - Quiz

Waar ligt het evenwicht?
A
25 ; 20
B
20 ; 30
C
35 ; 15
D
23 ; 18

Slide 4 - Quiz

Door nivellering komt de Lorenzcurve verder van de diagonaal af te liggen
A
Onjuist
B
Juist

Slide 5 - Quiz

Wanneer wordt geld eerder uitgegeven dan wanneer het verdiend wordt?
A
Consumeren
B
Sparen
C
Lenen

Slide 6 - Quiz

De Lorenzcurve geeft een beeld van de hoogte van de inkomens
A
Onjuist
B
Juist

Slide 7 - Quiz

Van welk beginsel spreken we hieronder?

'De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten'.

Slide 8 - Open question

Twee beweringen:
(1) Loonheffing bestaat uit loonbelasting en sociale premies.
(2) Loonheffing is een voorschot op de inkomensheffing.
A
Beide zijn goed
B
(1) is goed en (2) is fout
C
(1) is fout en (2) is goed
D
Beide zijn fout

Slide 9 - Quiz

Het kabinet heeft besloten de vakantietoeslag voor ambtenaren te verhogen van 7,5% naar 7,75%.

Welk gevolg heeft deze maatregel voor de inkomensverdeling tussen de ambtenaren?
A
De maatregel werkt nivellerend
B
De maatregel werkt denivellerend
C
De maatregel heeft geen invloed op de inkomensverdeling van de ambtenaren.

Slide 10 - Quiz

Stelling I: Als de Lorenzcurve door een belastingmaatregel verder van de rechte diagonale lijn gaat liggen is er sprake van een denivellering van de inkomens.

Stelling II: De primaire inkomensverdeling geeft de inkomensverdeling weer voordat de overheid heeft ingegrepen.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 11 - Quiz

Hoe boller de curve van een Lorenzcurve, hoe groter de ..........
A
Inkomensgelijkheid
B
Inkomensongelijkheid
C
bevolking
D
bevolkingstoename

Slide 12 - Quiz

Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar de 25% rijkste mensen van de bevolking?
A
Ongeveer 5%
B
Ongeveer 25%
C
Ongeveer 55%
D
Ongeveer 75%

Slide 13 - Quiz

Welke rente is over het algemeen hoger?
A
De spaarrente is hoger dan de leenrente
B
De leenrente is hoger dan de spaarrente
C
Het is altijd hetzelfde

Slide 14 - Quiz

De Lorenzcurve van de secundaire inkomensverdeling is in land X boller dan de curve van de primaire verdeling.
Dit land heeft een ... belastingstelsel.
A
Degressief
B
Proportioneel
C
Progressief

Slide 15 - Quiz

De verdeling van de brutolonen in de metaalsector in
jaar 1 vind je terug in Lorenzcurve c (zie bron).
In jaar 2 kregen alle werknemers in deze sector een
bruto loonsverhoging van 4,25%. Hoe zal de Lorenzcurve
van de brutolonen in de metaalsector eruit zien in jaar 2?

A
Curve A
B
Curve B
C
Curve C
D
Curve D

Slide 16 - Quiz

Het beste resultaat, en dus samenwerking, wordt vaak alleen bereikt wanneer er ..... afspraken gemaakt worden.

Slide 17 - Open question

De Lorenzcurve van 2016
is veranderd t.o.v. 2015.
Wat kan hier gebeurd zijn?
A
Het hoogste belastingtarief is van 52% naar 42% verlaagd
B
Het minimumloon is afgeschaft.
C
De heffingskorting is verhoogd

Slide 18 - Quiz

Twee beweringen:
(1) Progressief wil zeggen: hoe hoger het belastbaar inkomen, hoe hoger het bedrag aan inkomensheffing.
(2) Door een progressief belastingstelsel wordt de verhouding hoog/laag inkomen kleiner.
A
Beide zijn goed
B
(1) is goed en (2) is fout
C
(1) is fout en (2) is goed
D
Beide zijn fout

Slide 19 - Quiz

Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Ja, cel 25 ; 20 is beter
B
Ja, cel 20 ; 30 is beter
C
Ja, cel 35 ; 15 is beter
D
Nee, er is geen gevangenendilemma

Slide 20 - Quiz

Stel: je tekent de Lorenzcurve van de volgende vijf inkomens: Kees € 200 - Maarten € 120 - Josje € 300 - Mirjam € 40 - Halil € 140,-
Bij een Lorenzcurve past bij 40% van de personen in totaal ... %
A
23%
B
20%
C
17%
D
15%

Slide 21 - Quiz