Révision: A, B, E, F, D, H (ch. 5) (HV1)
1 / 32
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
niet leuk
Slide 2 - Open question
de zus
Slide 3 - Open question
de mobiele telefoon
Slide 4 - Open question
wat
Slide 5 - Open question
dan
Slide 6 - Open question
het zwembad
Slide 7 - Open question
zonder
Slide 8 - Open question
de avond
Slide 9 - Open question
april
Slide 10 - Open question
snel
Slide 11 - Open question
dragen
Slide 12 - Open question
geel
Slide 13 - Open question
ik zie
Slide 14 - Open question
samen
Slide 15 - Open question
bruin (ogen)
Slide 16 - Open question
het konijn
Slide 17 - Open question
vaak
Slide 18 - Open question
aardig
Slide 19 - Open question
van gemiddelde lengte
Slide 20 - Open question
wanneer
Slide 21 - Open question
Zet in de passé composé:
tu chantes
tu chantes
Slide 22 - Open question
Zet in de passé composé:
on cherche
on cherche
Slide 23 - Open question
Zet in de passé composé:
elles parlent
elles parlent
Slide 24 - Open question
Zet in de passé composé:
vous trouvez
vous trouvez
Slide 25 - Open question
Zet in de passé composé:
nous habitons
nous habitons
Slide 26 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
les lunettes sont ..... (bleu)
les lunettes sont ..... (bleu)
Slide 27 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
mes yeux sont ..... (noir)
mes yeux sont ..... (noir)
Slide 28 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
ses parents sont ..... (blij)
ses parents sont ..... (blij)
Slide 29 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
ton frère est ..... (groot)
ton frère est ..... (groot)
Slide 30 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord op:
notre soeur est ..... (klein)
notre soeur est ..... (klein)
