12.2 Exacte waarde vinden

Hoofdstuk 12


Invoegen plattegrond op niveau
Boek deel 3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 12


Invoegen plattegrond op niveau
Boek deel 3

Slide 1 - Slide

Inleveren opgave 8

Slide 2 - Open question

Hoofdstuk 12




Vorige les:
Voorkennis + paragraaf 12.1
Leerdoel 3+4+5

Slide 3 - Slide

Leerdoel behaald deze les?

Geef dit ook aan het overzicht door het tweede bolletje te kleuren(+, +/-, -)
A
+
B
+/-
C
-

Slide 4 - Quiz

Hoofdstuk 12




Deze les:
Paragraaf 12.2
Leerdoel 1

Slide 5 - Slide

Eenheidscirkel
Wie heeft een handige manier bedacht om de eenheidscirkel op te kunnen schrijven?

Slide 6 - Slide


cos(31π)=

Slide 7 - Open question

Los op:
cos(x)=21

Slide 8 - Open question

12.2 Exacte waarde vinden
Hoeveel oplossingen heeft deze vergelijking?
cos(x)=21

Slide 9 - Slide

12.2 Exacte waarde vinden
Hoeveel oplossingen heeft deze vergelijking?



En in een periode van 0 tot 2    ?
cos(x)=21
π

Slide 10 - Slide

12.2 Exacte waarde vinden
Hoeveel oplossingen heeft deze vergelijking?



En in een periode van 0 tot 2    ?
En in een oneindige periode?
cos(x)=21
π
x=31π
x=132π

Slide 11 - Slide

12.2 Exacte waarde vinden





Wat wordt er bedoeld met k?
cos(x)=21
x=132π+k2π
x=31π+k2π

Slide 12 - Slide

Los op:
sin(x)=1

Slide 13 - Open question

Hoofdstuk 12




Deze les:
Paragraaf 12.2
Leerdoel 1

Slide 14 - Slide

Aantekening: 12.2 Exacte waarde vinden
Sin/cos vergelijking oplossen:
1. Vind eerste oplossing met tabel / 
eenheidscirkel of grafiek.
2. Vindt tweede oplossing binnen 2pi 
met behulp van symmetrie of cirkel.
3. Schrijf achter beide oplossingen:
+k2pi
Opgave 12, 17 en 18
Altijd 2 oplossingen behalve bij de toppen, =1 en =-1

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 12




Deze les:
Paragraaf 12.2
Leerdoel 1

Slide 16 - Slide

Leerdoel behaald deze les?

Geef dit ook aan het overzicht door het eerste bolletje te kleuren(+, +/-, -)
A
+
B
+/-
C
-

Slide 17 - Quiz