formeel/informeel

formeel/informeel
Taalgebruik
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

formeel/informeel
Taalgebruik

Slide 1 - Slide

formeel of informeel?
"U kunt uw meegebrachte lunch in de pauze nuttigen."
"Jullie mogen buiten je boterhammen opeten."
"Ga je vanmiddag na school mee naar het park?"
"Kan ik u vanmiddag om vier uur even spreken?"

Slide 2 - Slide

Publiek
boek, blz. 120

Slide 3 - Slide

Aan wie schrijf je?
- aan je klasgenoten
- aan de gemeente
- aan de bewoners van je wijk

Slide 4 - Slide

Wat weet je publiek al?
- wat weet je publiek al en wat wil je dat ze weten?
- hoe ga je je publiek aanspreken?
- hoe moet je lay-out eruit zien?

Slide 5 - Slide

Wat is formeel taalgebruik?
A
Hoi Carla,
B
Geachte meneer/mevrouw,
C
Veel liefs,
D
Beste Piet,

Slide 6 - Quiz

Wat is formeel taalgebruik?
A
zakelijk, netjes en beleefd
B
losjes, relaxed en grappig
C
je zegt 'je' en 'jou'
D
je gebruikt straattaal

Slide 7 - Quiz

Wat is formeel taalgebruik?
A
Aardig
B
Onaardig
C
Beleefd
D
Een andere taal

Slide 8 - Quiz

formeel taalgebruik
A
zakelijk taalgebruik
B
deftig taalgebruik
C
vriendschappelijk taalgebruik
D
moeilijk taalgebruik

Slide 9 - Quiz

Kun je zelf een voorbeeld geven?
- van informeel taalgebruik
- van formeel taalgebruik

Wanneer gebruik je dat?

Slide 10 - Slide