Hoofdstuk 3 Kijken en luisteren & Spreken en gesprekken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

H3   lezen 

Kijken & Luisteren

Spreken & Gesprekken

Woordenschat  

Deze les: korte uitleg met Lesson Up taakwerk afmaken t/m week 6 

 Pak je boek : blz. 97  opdracht 1  ,  t/m 5 

 lesdoelen  week 6  

- ik weet wat een instructie is.

- ik kan een instructie geven.

- ik kan een instructie  schrijven.

lesdoel week 7 : ik weet wat beeldspraak is 

1 Het is een instructietekst voor het bouwen van een vliegtuig met straalmotor.

2 Je ziet dat aan de lijst met benodigdheden, de illustratie, de tussenkopjes, de opsommingstreepjes.

3 Het onderwerp vind je in de eerste alinea.

4 De werkwoorden aan het begin van de zin geven aan dat je iets moet doen.

5 Negen stappen. Dat zie je aan de opsommingstreepjes.

recept

spelregels

stappenplan

1) Stap voor stap wordt er verteld

• wat en hoe 
• waarmee  
• wanneer je iets moet doen ( signaalwoorden)
  

Waaraan herken je een goede instructie ? 

2) Het gebruik van doe-woorden (gebiedende wijs) zoals:

Pak je boek

Snijd het vlees

Pak je tandenborstel

Lees de tekst

meer voorbeelden? 

Zo voer je een instructie uit:

• Kijk en luister goed naar de spreker.
  
• Let op doe-woorden. 
  
• Let op signaalwoorden, ten eerste, verder en tenslotte. 
  
• Voer de stappen uit in de volgorde waarin ze verteld worden. 
  
• Stel een vraag als je iets niet begrijpt of iets hebt gemist.   
  

geef mij de opdracht om het raam open te doen en daarna de deur open te doen.  

Daarmee is de kous af

Heb jij vlinders in je buik?

Aan de voet van de berg

Voorkomen is beter dan genezen

Vlinders?

Voet

... ?

LETTERLIJK

- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK

- bij wijze van spreken

- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat

- ook wel beeldspraak genoemd

Aan het werk

blz. 93 opdracht 2, 3 en 4    Kijken en Luisteren  

blz. 95 opdracht 2                  Spreken en Gesprekken.

blz. 97 opdracht 2                   Schrijven en Formuleren.

blz. 99  opdracht 5 en 6        Schrijven en Formuleren 

+ online taken: test lezen 

                                 test woordenschat 

tekstsoort ? 

kenmerken 

1. 

2. 

3.

Terugblik les 

noem 3 signaalwoorden

noem een voorbeeld van een instructietekst

Zoek de juiste combinaties van verbanden en signaalwoorden

tegenstellend

Opsomming

Volgorde van tijd, 

chronologisch

bovendien, ook

terwijl, vervolgens

echter, toch , maar 

Opdracht 1

Opdracht 1 huisjes

Let op: je kunt geen vragen stellen als je iets gemist hebt.

Opdracht 2

Opdracht 2 mannetjes

Let op: je kunt geen vragen stellen als je iets gemist hebt.

Zó geef je een instructie

1. Noem je onderwerp en leg uit waarom je de instructie geeft. 
   
2. Leg stap voor stap uit wat er moet gebeuren. Doe dit in een logische volgorde. 
   
3. Gebruik de gebiedende wijs (doe-woorden) en signaalwoorden. 
   
4. Spreek rustig en goed verstaanbaar.
   
5. Het is belangrijk dat je goed oplet of je luisteraars de instructie begrijpen.

Zelf een instructie geven

Met tweetallen.

Leerling 1 wijst leerling 2 de route met behulp van kaart 1.

• Leerling 1 krijgt kaart 1 waarop een route staat. Leerling 2 krijgt kaart 2: dezelfde kaart, maar zonder aangegeven route. 
  
• Neem allebei jullie kaarten voor je. Leerling 2 heeft een pen nodig.
  
• Leerling 1 legt de route op kaart 1 uit aan leerling 2. Leerling 2 tekent de route na op de lege kaart.
  
• Vergelijk jullie kaarten: heeft leerling 2 de juiste route getekend?

• Wissel van rol. Je krijgt twee nieuwe kaarten. 
• Voer vraag 2 tot en met 4 nog een keer uit.

Wat vond je van deze les?

1. interessant
2. saai
3. afwisselend
4. leerzaam

Vertel kort wat je deze les hebt geleerd.