6.4 Infrarood en Ultraviolet

Infrarood (IR) en Ultraviolet (UV)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Infrarood (IR) en Ultraviolet (UV)

Slide 1 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Herhalen vorige keer.
IR en UV
Zelfstandig werken.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt aangeven welke straling warmtelampen vooral uitzenden.
  • Je kunt enkele toepassingen van infrarode straling geven.
  • Je kunt de gevaren van ultraviolette straling voor de mens benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de ozonlaag en ultraviolette straling.
  • Je kunt aangeven met welke stoffen je ultraviolette straling kunt aantonen.
  • Je kunt uitleggen wat een thermogram is.

Slide 3 - Slide

Wat zijn spectraalkleuren?

Slide 4 - Open question

Noem alle spectraal kleuren.

Slide 5 - Open question

Een groene auto onder blauw licht zie je als ....

Slide 6 - Open question

Een witte auto onder blauw licht zie je als ....

Slide 7 - Open question

2 extra kleuren
Er zijn 2 kleuren die wij niet kunnen zien. Onze ogen zijn daar niet gevoelig voor. 
Infrarood: IR (staat boven rood in de regenboog) 
Ultra violet: UV (staat onder violet in de regenboog)

Slide 8 - Slide

Infrarood
  • Voor rood
  • Hoe hoger de temperatuur, hoe meer straling het uitzendt.

Slide 9 - Slide

Aantonen
een gevoelige thermometer

Slide 10 - Slide

Toepassingen

Slide 11 - Slide

Infraroodsensor
  • Gevoelig voor infraroodstraling
  • Wordt gebruikt bij winkeldeuren, nachtkijkers etc.

Slide 12 - Slide

Een leuk weetje
Slangen gebruiken infrarood straling om hun prooi mee te voelen. Slangen zijn blind, maar kunnen door warmte 
hun prooi vinden.

Slide 13 - Slide

Welke soort straling voel je als warmte op je huid?
A
Infrarood
B
Ultraviolet

Slide 14 - Quiz

Welk apparaat werkt met infrarood straling?
A
Broodrooster
B
Frituurpan
C
Magnetron
D
Kookeiland

Slide 15 - Quiz

Ultraviolet
  • Straling van de zon
  • Te veel UV-straling is slecht voor je
  • Zonnebrand
  • Zonnebanken

Slide 16 - Slide

Spectrum

Slide 17 - Slide

Een leuk weetje
Bijen gebruiken ultraviolete straling om te kunnen zien welke bloemen de meeste nectar bevatten.

Slide 18 - Slide

Infraroodcamera
  • Thermogram

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

De zon zendt verschillende vormen van straling uit.
Welke vormen van straling kunnen mensen niet zien?

A
infrarood
B
infrarood en ultraviolet
C
infrarood, ultraviolet en licht
D
ultraviolet

Slide 21 - Quiz

Je ligt op het strand. Waar wordt je bruin van?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
van alle kleuren

Slide 22 - Quiz

Welk soort straling wordt gebruikt in een bewegingssensor?
A
Infrarood
B
Ultraviolet

Slide 23 - Quiz

Warmtestraling is hetzelfde als
A
Ultraviolette straling
B
Zichtbaar licht
C
Infrarood straling
D
Niets

Slide 24 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat?  Lees 6.4 en maak opgave 1 tot en met 12. 
Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
  • Je kunt enkele toepassingen van infrarode straling geven.
  • Je kunt de gevaren van ultraviolette straling voor de mens benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de ozonlaag en ultraviolette straling.
  • Je kunt aangeven met welke stoffen je ultraviolette straling kunt aantonen.
  • Je kunt uitleggen wat een thermogram is.
Klaar?  Vraag om een nakijkblad. 
timer
5:00

Slide 25 - Slide

Check
  • Je kunt aangeven welke straling warmtelampen vooral uitzenden.
  • Je kunt enkele toepassingen van infrarode straling geven.
  • Je kunt de gevaren van ultraviolette straling voor de mens benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de ozonlaag en ultraviolette straling.
  • Je kunt aangeven met welke stoffen je ultraviolette straling kunt aantonen.
  • Je kunt uitleggen wat een thermogram is.

Slide 26 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 27 - Slide

Aan de slag
KGT
Lees 6.4 en maak opgave 1 tot en met 12.
Hoe? Je mag overleggen in je groep.
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op.
Tijd? 15 minuten.

Klaar? Vraag om een nakijkblad. 
BK
Lees 6.5 en maak opgave 1 tot en met 13.
Hoe? Je mag overleggen in je groep.
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op.
Tijd? 15 minuten.

Klaar? Vraag om een nakijkblad. 

Slide 28 - Slide