2.1 - Een samenleving met steden

1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Tijdlijn. 
Tijdvak: Tijd van de Grieken en Romeinen
Jaar: 3000vc tot 500nc

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

2.1 Een samenleving met steden
Leerdoelen
1. Je weet hoe in Egypte een succesvolle landbouw ontstond
2. Je weet hoe een deel van de bevolking ging leven van ambachten
3. Je kunt beschrijven hoe de handel en de markten ontstonden
4. Je weet hoe dorpen uitgroeiden tot steden

Onderwerp
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (samenlevingen)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Geld bestond nog niet, dus er werd geruild op markten in dorpen langs de Nijl

Slide 8 - Slide

Steden
Bloeiende economie door handel -> groei welvaart (rijkdom)

Marktplaatsen groeien uit tot steden rond 3500 v.C. in Egypte

Landbouwstedelijke samenleving: een samenleving met steden waar een minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste mensen op het platteland leven van landbouw

Slide 9 - Slide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Vragen over het huiswerk?
3. Zijn alle leerdoelen duidelijk?
4. Begin maken met 2.2
(5. Filmpje over Egypte)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

2.1 Een samenleving met steden
Leerdoelen
1. Je weet hoe in Egypte een succesvolle landbouw ontstond
2. Je weet hoe een deel van de bevolking ging leven van ambachten
3. Je kunt beschrijven hoe de handel en de markten ontstonden
4. Je weet hoe dorpen uitgroeiden tot steden

Onderwerp
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (samenlevingen)

Slide 12 - Slide

Organisatie van de landbouw:
  • na iedere overstroming stelden boeren akkergrenzen vast
  • onderhouden van het irrigatiesysteem
  • samenwerking is erg belangrijk
  • sommige Egyptenaren namen de leiding
    over en kregen zo macht over de boeren. 

Slide 13 - Slide

Niet iedereen is meer gelijk:
  • Leiders bestuurden een gebied en lieten boeren betalen met landbouwproducten                          belasting
  • Deel van deze belastingen gebruikten leiders om mensen in dienst te nemen                     ambtenaren
  • Ook namen ze soldaten in dienst om macht te houden of meer macht te krijgen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Koninkrijken:
  • Hoofd van een gebied noemen we een vorst, zij zorgden met hun ambtenaren voor een regering (bestuur) 
  • Er ontstaat een staat: een gebied met een regering. 
  • twee koninkrijken: Boven-Egypte en Beneden- Egypte

Slide 16 - Slide

Één staat:
  • oorlog tussen Boven- en Beneden- Egypte
  • uiteindelijk wint de koning van Boven- Egypte en wordt Egypte in 3000 v.Chr. één staat 

Slide 17 - Slide

De goddelijke farao:
  • Koning van Egypte
  • Egyptenaren zijn onderdanen en moeten hem en zijn ambtenaren gehoorzamen.
  • Egyptenaren geloofden dat de farao een god was
  • de 'levende Horus' 

Slide 18 - Slide

Het bestuur:
  • Veel ambtenaren in dienst
  • Hoge ambtenaren: adviseurs, bestuurders van provincies
  • Lage ambtenaren: belastingontvangers, landbouwopzichters 

Slide 19 - Slide

Het bestuur:
  • Al het land is eigendom van de farao, daarom betalen boeren landbouwproducten als belasting
  • voedselvoorraden worden gebruikt voor het betalen van ambtenaren en soldaten, maar ook als noodvoorraad.
  • Als de Nijl overstroomt is kunnen boeren ook werken voor de farao als belasting.

Slide 20 - Slide