8.1 Ons zonnestelsel

8.1 Ons zonnestelsel
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.1 Ons zonnestelsel

Slide 1 - Slide

Introductie aan de les

Onderwerp voorstellen: Ons zonnestelsel

Voorkennis activeren met volgende vragen: 
Wat zien we hier?
Wat is het grote oranje/gele bol helemaal links?
Op welke planeet leven wij?
Hoeveel planeten bevat ons zonnestelsel? (tel je Pluto nog mee, staat niet op de foto)

Doel van de les.
Je kunt:
  • Planeten en andere hemellichamen benoemen en aangeven waar ze in het zonnestelsel voorkomen.
  • De snelheid en afstand van planeten berekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Ontstaan van ons zonnestelsel
  • Ontstond 4,6 miljard geleden 
  • uit enorme moleculaire wolk
  • Gaswolk begint te draaien
  • kernfusie door de zwartkracht 



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Introductie aan de les

Onderwerp voorstellen: Ons zonnestelsel

Voorkennis activeren met volgende vragen: 
Wat zien we hier?
Wat is het grote oranje/gele bol helemaal links?
Op welke planeet leven wij?
Hoeveel planeten bevat ons zonnestelsel? (tel je Pluto nog mee, staat niet op de foto)

Slide 7 - Slide

Introductie aan het onderwerp

Uitleggen: Dit zijn de planeten in ons zonnestelsel. Links zie je de zon en rechts daarvan de volgorde van de planeten van dichtbij tot ver af. 
Uitleggen dat Pluto eerst ook gezien werd als planeet maar dat Pluto tegenwoordig gezien wordt als dwergplaneet.

Slide 8 - Slide

Uitleg

De vier 'kleine' planeten die dichtbij de zon staan bestaan voornamelijk uit gesteenten en metalen. Deze planeten noemen we: de Aardse planeten.

De vier 'grote' planeten die ver van de zon staan hebben wel een vaste, harde kern. Maar hun buitenste lagen zijn gasvormig. Deze planeten noemen we: de Gasreuzen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Objecten in het zonnestelsel
  • Planeten (aardse planeten & gasreuzen)
  • Kometen
  • Meteorieten
  • Meteoren

Slide 10 - Slide

Uitleg

  • Eerst hebben we de planeten. Die hebben we zojuist besproken.
  • Vervolgens hebben we kometen. Dit zijn objecten gevormd uit stof, steengruis en ijs en zijn niet groter dan een kilometer of tien. Als een komeet te dicht bij de zon komt, smelt het ijs en vormt dit samen met het steengruis een mooie staart. Deze staart zien jullie in de slide (achtergrond).


Slide 11 - Video

This item has no instructions

Meteoriet

Klein stuk steen of metaal 
Brokstukje van komeet

Meteoor

Wordt door wrijving erg heet
Hierdoor ontstaat lichtspoor

Slide 12 - Slide

Uitleg

Meteoriet: Een meteoriet is een klein stukje steen of ijzer dat vanuit de ruimte op aarde valt. Dit zijn brokstukken van kometen of andere hemellichamen.

Meteoor:  Tijdens het vallen van een meteoriet door de dampkring, wordt door de wrijving met de atmosfeer, het gesteente erg heet. Het lichtspoor wat hierdoor ontstaat noemen we een meteoor of vallende ster. 

Een vallende ster is dus geen ster maar een brokje steen of ijzer die door hoge wrijving met de atmosfeer een lichtspoor achterlaat

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les.
Je kunt:
  • Planeten en andere hemellichamen benoemen en aangeven waar ze in het zonnestelsel voorkomen.
  • De snelheid en afstand van planeten berekenen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

   De snelheid en afstand van planeten
.


                   
                         Afstand zon tot planeet = Baanstraal
                                      Baanstraal aarde = 150 miljoen km

Slide 16 - Slide

Uitleg

De planeten in ons zonnestelsel draaien om onze zon heen. De afstand tussen de zon en een planeet noemen we de baanstraal.

De baanstraal van de aarde is 150 miljoen km. Dat is meer dan 20.000 keer rond de aarde!
Omlooptijd en baansnelheid
Omlooptijd  = (T) = de tijd waarin een planeet 1 keer rond de zon draait
Baansnelheid  = (v) = de snelheid waarmee een planeet rond de zon draait
Baanstraal = (r) = de afstand van de zon tot een bepaalde planeet


v=T(2πr)

Slide 17 - Slide

Uitleg

De T voor omlooptijd is de tijd die een planeet erover doet om 1 heel rondje rond de zon te draaien.

De voor baansnelheid is de is de snelheid waarmee een planeet rond de zon draait.

De R staat voor de baanafstand. Dit is de afgelegde afstand van een planeet.

Hieronder zie je deze eenheden en letters terug in de formule.

Astronomische eenheid
De baanstraal van de aarde is 150 miljoen km 
De baanstraal van de aarde is 1 (Astronomische Eenheid)
De baanstraal van Neptunes is 29,96 AE

Slide 18 - Slide

Uitleg

Om makkelijker te rekenen hebben we afgesproken dat de baanstraal van de aarde (150 miljoen km) gelijk staat 1 astronomische eenheid (AE).

Dit is terug te zien in de tabel. Ook zien we dat de AE van mars  ongeveer 1,5 AE. Dit betekent dat de baanstraal van mars ook 1,5x zo groot is als die van de aarde. Ongeveer 225 miljoen km dus.
Van woorden naar getallen
1.000.000 = 1 x 10 x 10 x 10 x 10 x 10 x 10
1.000.000 = 1 x 10^6

Baanstraal aarde = 150 miljoen km = 150 x 10^6 km= 1,50 x 10^11 m 
Baanstraal Mars =  1,52 AE = 1,52 x 1,50 x 10^11 
                                                                      = 2,28 x 10^11 m 

Slide 19 - Slide

Uitleg

1.000.000 (een miljoen) is makkelijk om te zeggen, al een stuk moeilijker om op te schrijven en nog moeilijker om mee te rekenen. 
Daarom hebben we afgesproken dat we een miljoen ook op de volgende manier kunnen schrijven: 1 x 10^6.

De baanstraal van de aarde is 150 miljoen km. Dat kun je dus schrijven als 1,50 x 10^11 meter.

Zoals je kunt zien is de afstand tussen de zon en Neptunes nog veel groter!

Baanstraal Aarde : 1,50 x 10^11 m
AE aarde: 1, AE Neptunes: 29,96
Wat is de Baanstraal van Neptunes?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Omlooptijd en baansnelheid
Omlooptijd  = (T) = de tijd waarin een planeet 1 keer rond de zon draait
Baansnelheid  = (v) = de snelheid waarmee een planeet rond de zon draait
Baanstraal = (r) = de afstand van de zon tot een bepaalde planeet


v=T(2πr)

Slide 21 - Slide

Uitleg

De T voor omlooptijd is de tijd die een planeet erover doet om 1 heel rondje rond de zon te draaien.

De voor baansnelheid is de is de snelheid waarmee een planeet rond de zon draait.

De R staat voor de baanafstand. Dit is de afgelegde afstand van een planeet.

Hieronder zie je deze eenheden en letters terug in de formule.

Voorbeeld opgave
Gegeven is de aarde, met een baanstraal(r) van 
1,50 x 10^11 m. Het duurt de aarde 1 heel jaar om rond 
de zon te draaien.
Wat is de baansnelheid(v)? 

r = 1,50 x 10^11 m
T = 365 x 24 x 60 x 60 = 3,15 x 10^7 s
v=T(2πr)
1,08105=3,15107(2π1,501011)

Slide 22 - Slide

Uitleg

Zoals we hebben afgesproken is de baanstraal van de aarde 150 miljoen km, 1,50 x 10^11. 

Een jaar heeft 365 dagen. Doe dat maal 24 uur, maal 60 minuten en maal 60 seconden. dit geeft iets meer dan 31,5 miljoen, 3,15 x 10^7 s.
Oefenen!
Bereken de baan snelheid van Mars? 
 
(gebruik tabel 8.4 blz 248 om de baanstraal te vinden)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opgave 4
https://www.youtube.com/watch?v=libKVRa01L8&t=39s

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
https://www.youtube.com/watch?v=libKVRa01L8&t=39s

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen checken.
Kun je nu:
  • Planeten en andere hemellichamen benoemen en aangeven waar ze in het zonnestelsel voorkomen.
  • De snelheid en afstand van planeten berekenen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Opdracht 1, 2, 4, 5, 8, 10, 12, 14, 15 (3H)
Paragraaf 8.1  blz. 249-250

Slide 30 - Slide

This item has no instructions