KT1 - Vervolg Nieren en urinewegen

 AFP 1.3.2  Nieren en urinewegen
Week 13 les 2
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

 AFP 1.3.2  Nieren en urinewegen
Week 13 les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 1.3.2.
Aan het eind van deze les kan je:
  • De opbouw van een nefron benoemen
  • De functie van een nefron benoemen
  • Uitleggen wat voorurine is en waar deze voorurine gemaakt wordt
  • Uitleggen hoe urine gevormd wordt
  • De processen filtratie, terugresorptie en excretie uitleggen
  • De bestanddelen van urine benoemen


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesopzet
1. Terugblik vorige les
2. Verder met theorie anatomie en fysiologie van de nieren en urinewegen
3. Opdracht Cum Laude
4. Afsluiting en huiswerk MBO leren

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhalingsvragen vorige les
1. Waar liggen de nieren en wat kun je er over vertellen?
2.  De nier bestaat van buiten naar binnen uit?
Noem deze 3 onderdelen in het NED en LAT.
3. Wat betekenen de volgende woorden ureter en urethra?
4. Waar liggen de nefronen?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De onderdelen
Een nier bestaat van buiten naar binnen uit:
1.  Nierschors
2. Niermerg
3. Nierbekken





Nierschors
Cortex renalis
Buitenste laag van de nieren.
Hier bevinden zich de Nefronen. (Funtionele eenheden van de nier) 

Niermerg
Medulla renalis
Binnenste laag van de nier. 
Hierin liggen de verzamelbuisjes die de urine vanuit de kapsels naar de nierbekken (pyelum/pelvis) brengen. 
Hier wordt de echte urine gevormd.
Nierbekken
Hier worden de stoffen verzameld. De stoffen samen heten urine.
Latijnse naam: Pelvis/Pyelum
Trechervormig
Vanuit hier gaat de urine via de ureters (urineleiders) naar de blaas (vesica urinaria) 
Urineleider
via het nierbekken (Pyelum/Pelvis) komt de verzamelde urine in de urineleider (Ureter) . Het wordt afgevoerd naar de urineblaas. (Vesica urinaria)
Daar wordt het opgeslagen zodat je niet elk moment naar de w.c. moet.
De ureter mondt uit aan de achter-onderzijde van de blaas. Omdat hij schuin door de blaaswand loopt, wordt de ureter bij vulling van de blaas dichtgedrukt, zodat de urine niet kan terugstromen. 
Urinebuis
Urethra: verbinding tussen de blaas en de buitenwereld.

De urethra (urinebuis) ontspringt aan de onderzijde van de vesica urinaria (blaas). 

Als de urineblaas vol zit, krijg je aandrang om te plassen. Mictiedrang
Via de urinebuis (de plasbuis) verlaat de urine je lichaam. 

Het lozen van de urine wordt door 2 sluitspieren bewaakt. De ene willekeurig, de ander onwillekeurig.
D.m.v. ontspanning van de willekeurige sluitspier ontstaat mictie. (Het legen van de blaas) 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

Herhalingsfilmpje vorige les + vooruitblik op de theorie

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kleine warming-up
Nefronen
Nierader
Nierslagader
Nierbekken
Urineleider
Niermerg

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Nefronen
  • Liggen in Cortex renalis en Medulla renalis
  • Functionele eenheid van de nier die in staat is om urine te produceren. 
  • Elke nier heeft 1 miljoen nefronen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

nefronen-schors en merg

Slide 13 - Slide

In de nefronen wordt urine geproduceert = kleine functionele eenheid van de nier
Elke nier bevat een miljoen
Werking van het nefron 
1. Een dun eindtakje van de arterie renalis bereikt het nefron.
2. Deze splitst zich op in een capillairnet
= Glomerulus dat wordt omgeven door het 
kapsel van Bowman. 
De glomerulus filtert het bloed.
3. Het kapsel van Bowman vangt het door het 
glomerulus afgescheiden voorurine op. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorurine
Grote hoeveelheid vocht (ongeveer 170 liter per dag) met allerlei bestanddelen die door de glomeruli worden uitgescheiden. 

Voorurine bevat dezelfde bestanddelen als bloedplasma maar geen bloedeiwit, dat blijft in het capillairvat achter. 

Slide 15 - Slide

Plasma is een gele vloeistof waarin rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes rondzwemmen. Het bestaat voor 91,5% uit water en voor 8,5% uit eiwitten, zouten, vetten en suikers.
Werking van het nefron 
4. Deze voorurine wordt via het kapsel van Bowman opgevangen in het afvoerende nierkanaaltje (Tubulus contortus ), Lis van Henle, Tubulus contortus.
5. Deze tubulus mondt uit in een urineverzamelbuis = urine

Slide 16 - Slide

Nr 5/10 (grijze deel) Tubulus contortus

Van voorurine naar urine
Er zijn dus 3 processen die ervoor zorgen dat in de nieren de uiteindelijke urine gevormd wordt:
1. Filtratie
2. Terugresorptie
3. Excretie

Slide 17 - Slide

Bij vocht te kort heb je donkere urine
Bij veel drinken is je urine licht van kleur
Bekijk je ochtendurine, hoe ruikt urine soms?
Waardoor komt dat?

Van voorurine naar urine
Nieren filteren per dag 170 liter vocht
99% komt weer terug in de bloedsomloop

Het bloed uit het capillairnet dat het glomerulus gevormd heeft is wat ingedikt. 

Uit de glomerulus stroomt het naar een volgend capillair systeem, dat om de tubulus contortus ligt. 

Door dit capillair systeem wordt via de uitscheiding van stoffen (Excretie), heropname van andere stoffen (terugresorptie) en vocht uit de tubulus contortus urine gevormd. (ong. 1,5 liter per dag) 

In de volgende Dia's meer uitleg!

Slide 18 - Slide

Bij vocht te kort heb je donkere urine
Bij veel drinken is je urine licht van kleur
Bekijk je ochtendurine, hoe ruikt urine soms?
Waardoor komt dat?

Proces Filtratie
Filtratie treedt op door de hoge (bloed)druk in de glomerulus, die het vocht en afvalstoffen (= filtraat) uit het bloed door het kapsel van Bowman perst. Dit kapsel kan water en kleine opgeloste stoffen doorlaten, maar geen bloedcellen of grote moleculen. Alles wat uit het bloed is gehaald, wordt opgeslagen in het nierbekken.

Slide 19 - Slide

Filtratie is het passief doorlaten van stoffen door een filter. 


Proces Terugresorptie

In de voorurine zitten veel nuttige stoffen:

  • Glucose
  • Aminozuren
  • Water met daarin opgeloste zouten

Deze stoffen worden + een groot deel van de gefiltreerde urine vanuit het nefron (lis van Henle en tubulus contortus)  teruggebracht naar het bloed. Dit heet terugresorptie.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Proces Excretie
De tubulus contortus scheidt in de urine afvalstoffen uit die vrijkomen bij metabolisme en stoffen die lichaamsvreemd zijn. 

Filtratie door het kapsel van Bowman: niet selectief proces
Excretie en terugresorptie gaat selectief: dit betekent dat het een actief proces is van de cellen in het nefron.

Met als doel: Water- en mineralenhuishouding + Ph in het bloed regelen. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waar vindt welk proces plaats?

Slide 22 - Slide

Waar vindt welk proces plaats.
Studenten hoeven alleen de onderdelen te kennen die eerder genoemd zijn.

Opdracht
Ga aan de slag met de opdracht 1 en 2 Nieren en urinewegen op Cumlaude 
timer
30:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Urine

De samenstelling van iemands urine is  een aardige afspiegeling van wat er zich allemaal in zijn of haar lichaam afspeelt.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

Een van die afvalstoffen is urobiline, een stof met een geelachtig pigment. Het is een afbraakproduct van hemoglobine, het rode en zuurstof transporterende eiwit uit de rode bloedcellen. Dit afbraakproduct geeft de gele kleur aan urine.
Samenstelling urine 
-Creatinine, dat uit spieren afkomstig is;
-Ureum, een afbraakproduct van eiwitten; 
-Kleurstof bilirubine = een afbraakproduct van Hb  via ontlasting of urochroom/urobiline = afbraakproduct van Hb via urine -> geeft bruine en gele kleur aan ontlasting/ urine 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

Dit filmpje kun je evt. gebruiken ter herhaling op de stof van vandaag. 


Huiswerk
  • Kijk in de planning welke MBO leren je moet maken voor volgende keer: Nierfalen, Nierstenen, Sepsis, Urine-incontinentie
  • Leren alle lesstof tot nu toe
  • (Af)maken opdracht 1 en 2 nieren en urinewegen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions