This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 5: Ecologie
Paragraaf 2: Eten en gegeten worden
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag
terugblik 5.1
Leerdoelen 5.2 (TL:5.1) eten en gegeten worden
Theorie 'eten en gegeten worden'
Aan de slag
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Fotosynthese vindt plaats in
A
celkern
B
celmembraan
C
bladgroenkorrels
D
celwand
Slide 3 - Quiz
Voor fotosyntese is nodig:
A
licht en zuurstof
B
licht en koolstofdioxide
C
mineralen en water
D
glucose en water
Slide 4 - Quiz
Dit zijn energierijke stoffen:
A
glucose en koolhydraten
B
glucose en zuurstof
C
zuurstof en koolstofdioxide
D
koolstofdioxide en ijzer
Slide 5 - Quiz
Voor verbranding is nodig
A
energierijke stoffen en water
B
koolstofdioxide en brandstof
C
glucose en brandstof
D
brandstof en zuurstof
Slide 6 - Quiz
Verbranding is nodig voor
A
voedsel
B
energie
C
stofwisseling
D
groei en beweging
Slide 7 - Quiz
Leerdoelen
BK:
Je kunt organisme indelen in producenten, consumenten en reducenten
Je kunt uitleggen wat een voedselketen is
Je kunt dieren indelen in planteneters, vleeseters en alleseters
GT:
Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven
Slide 8 - Slide
5.2: Eten en gegeten worden
Voedselketen
De pijlen beteken:
wordt gegeten door...
Slide 9 - Slide
Voedselweb
alle voedselrelaties binnen 1 ecosysteem bij elkaar
Slide 10 - Slide
Producenten
Alle organismen die bladgroenkorrels hebben
Hierin maken zij glucose door fotosythese
Voorbeeld?
Uit glucose maken zij ook andere energierijke stoffen:
koolhydraten eiwitten, vetten
Welke schakel?
Slide 11 - Slide
Consumenten
Alle organismen die zelf geen energierijke stoffen kunnen maken
Waarvoor hebben zij dit nodig?
Wat moeten zij doen om hier aan te komen?
3 soorten consumenten Planteneter eet alleen planten: vb? welke schakel? Alleseter eet planten en vlees: vb? welke schakel?
Vleeseter: Eet alleen vlees: vb? welke schakel?
(Afvaleter: Eet alleen dode resten: vb? GEEN schakel!)
Slide 12 - Slide
Reducenten
Alle organismen die dode resten (energierijke stoffen!)
opruimen en afbreken
Voorbeeld?
Welke schakel?
Bij de afbraak van de energierijke stoffen ontstaan energiearme stoffen:
koolstofdioxide, water, mineralen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Kringloop
Slide 16 - Slide
Aan de slag
maken en nakijken/ verbeteren
ecologie paragraaf 1
ecologie paragraaf 1 en 2
Slide 17 - Slide
Leerdoelen check
Je kunt organisme indelen in producenten, consumenten en reducenten
Je kunt uitleggen wat een voedselketen en voedselweb is
Je kunt dieren indelen in planteneters, vleeseters en alleseters en kent hun plek in de voedselketen
Slide 18 - Slide
Afsluiten
huiswerk
hoe ging het
volgende keer?
Slide 19 - Slide
Basisstof 4: Populaties
Slide 20 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een kringloop is
Je kunt de koolstofkringloop beschrijven
Je kunt de stikstofkringloop beschrijven
Slide 21 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat abiotische en biotische factoren zijn Je kunt vertellen wat individu, populatie, levensgemeenschap, biotoop en ecosysteem zijn Je kunt uitleggen hoe het biologisch evenwicht werkt Je kunt uitleggen wat een optimumkromme is
Je kunt uitleggen wat abiotische en biotische factoren zijn Je kunt vertellen wat individu, populatie, levensgemeenschap, biotoop en ecosysteem zijn Je kunt uitleggen hoe het biologisch evenwicht werkt Je kunt uitleggen wat een optimumkromme is
Slide 28 - Slide
Basisstof 5: Aanpassingen bij dieren
Slide 29 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke aanpassingen waterdieren hebben
Je kunt uitleggen welke aanpassingen landzoogdieren hebben
Je kunt uitleggen welke aanpassingen vogels hebben
Slide 30 - Slide
Aangepast aan water
Slide 31 - Slide
Aangepast aan land
Slide 32 - Slide
Vogels
Slide 33 - Slide
Vogels
Slide 34 - Slide
Opdrachten maken!
Slide 35 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke aanpassingen waterdieren hebben
Je kunt uitleggen welke aanpassingen landzoogdieren hebben
Je kunt uitleggen welke aanpassingen vogels hebben
Slide 36 - Slide
Basisstof 6: Aanpassingen bij planten
Slide 37 - Slide
Leerdoelen
Je weet wat voor aanpassingen planten hebben voor een droge, vochtige, lichte (of donkere) omgeving
Je weet wat voor aanpassingen planten hebben aan bepaalde temperaturen
Slide 38 - Slide
Droge omgeving
Slide 39 - Slide
Cactus
Slide 40 - Slide
Vochtige omgeving
Slide 41 - Slide
Licht
Slide 42 - Slide
Klimplanten
Slide 43 - Slide
Rozetvormende planten
Slide 44 - Slide
Opdrachten maken!
Slide 45 - Slide
Leerdoelen
Je weet wat voor aanpassingen planten hebben voor een droge, vochtige, lichte (of donkere) omgeving
Je weet wat voor aanpassingen planten hebben aan bepaalde temperaturen