24-3 Present perfect voorbeelden

Think of 3 sentences in the present perfect (+, -, ?)
1 / 15
next
Slide 1: Open question
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Think of 3 sentences in the present perfect (+, -, ?)

Slide 1 - Open question

wat vind ik nog moeilijk aan de present perfect?

Slide 2 - Open question

You are now going to practise the vocabulary

Slide 3 - Slide

basket
A
basketbal
B
winkelmandje
C
winkelwagen
D
wasmand

Slide 4 - Quiz

verschrikkelijk
A
horendous
B
horrendos
C
horrendous
D
horendoes

Slide 5 - Quiz

Voor ( als in een locatie)
A
in front of
B
before
C
for
D
front

Slide 6 - Quiz

sole
A
ziel
B
zon
C
zool
D
alleen

Slide 7 - Quiz

gangpad
A
aisle
B
iasle
C
ael
D
aisel

Slide 8 - Quiz

klant

Slide 9 - Open question

kopen ( en niet to buy)

Slide 10 - Open question

kassa

Slide 11 - Open question

benefit

Slide 12 - Open question

beschikbaar
A
possible
B
maybe
C
perhaps
D
available

Slide 13 - Quiz

Hoe maak je de present perfect en geef een voorbeeld

Slide 14 - Open question

Homework
- study grammar theme 5 and grammar 21 theme 8 ( future present simple)
- study words theme 5 A, B, C and D
- theme 5 slim stampen:
Extra Oefenen Vocab A
Extra Oefenen Vocab B

Slide 15 - Slide