Je kunt de taak van de nieren t.o.v. het bloed beschrijven
Je kunt beschrijven hoe de nieren werken
Je kunt van 5 stoffen in het bloed opschrijven op welke momenten ze in en uit het bloed gaan.
Huiswerk T3 B4
Opdr. 1 t/m 7, 4k
OF uitdaging
Opdr. 3 t/m 9, 4k
Slide 1 - Slide
Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf
Slide 2 - Slide
In aders is (bijna) geen hartslag, welke aanpassing zorgt ervoor dat bloed in aders niet de verkeerde kant op stroomt? (1 woord)
Slide 3 - Open question
Een rode bloedcel was in de lever en stroomt er uit. In welk type bloedvat is hij dan?
A
slagader
B
ader
C
haarvat
Slide 4 - Quiz
Een rode bloedcel komt aan bij de lever. Vanuit welk bloedvat kan hij komen?
A
Poortader
B
Leverslagader
C
Beide zijn mogelijk
D
Geen van beide
Slide 5 - Quiz
De poortader is de enige ader die niet terugstroomt naar het hart. Wat is het nut/doel van de poortader?
Slide 6 - Open question
Afval in het lichaam
In het bloed zit veel afval:
Koolstofdioxide (CO2)
Overtollige voedingsstoffen
Overtollige zouten
Overtollig water
Schadelijke stoffen
Dode ziekteverwekkers
overtollig
= Dat er te veel van is.
Bijv. je hebt een glas van 1 liter. Als je daar 1,5 liter water in wilt doen, dan is 0,5 liter overtollig
Slide 7 - Slide
De nieren
Taak: verwijderen van
afvalstoffen
= uitscheiding
Nierslagader
Brengt zuurstofrijk bloed met afval naar de nieren
Nierader
Brengt zuurstofarm bloed dat vrij is van afval terug naar het hart
Urineleider
Brengt urine die gemaakt is door de nier naar de blaas
Blaas
Bewaart urine, totdat je naar de wc gaat
Onderdelen nier
Nierschors en Niermerg filteren het bloed en halen afvalstoffen en water uit het bloed, hiermee maken ze urine.
Nierbekken vangt de urine op en laat dit doorlopen in de urineleider
Slide 8 - Slide
Het bloed vervoert allerlei stoffen in het lichaam. Op welke plekken gaan deze stoffen het bloed IN of UIT?
Je ziet hiernaast een schematische weergave van de bloedsomloop
Zuurstof in
Zuurstof uit
CO2 in
CO2 uit
Voeding in
Voeding uit
Afval in
Afval uit
Water in
Water uit
Slide 9 - Drag question
Grote bloedsomloop
In alle organen van het lichaam wordt zuurstof en voedingsstoffen afgegeven en koolstofdioxide en afvalstoffen opgenomen.
In de darmen, lever en nieren gebeuren nog extra dingen, daarom staan deze apart.
Kleine bloedsomloop
Stroomt alleen langs de longen, neemt daar zuurstof op en geeft koolstofdioxide
!
Het hart is erg versimpeld weergegeven
RB = rechterboezem
RK = rechterkamer
LB = linkerboezem
LK = linkerkamer
In de nier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald = uitscheiding.
Daarnaast moet de nier net als elk ander orgaan O2 en voedingsstoffen uit het bloed halen om te blijven leven.