Montag, den 1. November 2021, Personalpronomen, Aussprache, Sprachmittel

Herzlich Willkommen
Wiederholung Grammatik (5 Minuten)
Aussprache (3 Minuten)
Sprachmittel (20 Minuten)
Selbstständig arbeiten (20 Minuten)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herzlich Willkommen
Wiederholung Grammatik (5 Minuten)
Aussprache (3 Minuten)
Sprachmittel (20 Minuten)
Selbstständig arbeiten (20 Minuten)

Slide 1 - Slide

Lernziele
- Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e en 4e naamval toepassen
- Je kunt de sisklanken correct uitspreken (z, s, ss en ß)
- Je kunt de zinnetjes van de Sprachmittel gebruiken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in
Ich kaufe …….. (voor hem) ein T-Shirt.
A
er
B
ihn
C
ihm

Slide 4 - Quiz

Persoonlijke voornaamwoorden:
Was für ein Geschenk (o) hast du für
(mij)................. gekauft?
A
ich
B
mir
C
mein
D
mich

Slide 5 - Quiz

In de zin:
'Ich schicke dir einen Brief'
is het woordje 'dir' :
A
bezittelijk voornaamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
lidwoord

Slide 6 - Quiz

Persoonlijke voornaamwoorden:
Deine Ärztin hat (jou) ........... ein Antibiotikum verschrieben.
A
dich
B
für dich
C
deine
D
dir

Slide 7 - Quiz

Aussprache (Seite 72, Aufgabe 30)
Z = ts 
S = scherp (z)
SS = s
ß = s

Slide 8 - Slide

Sprachmittel Aufgabe 32

Slide 9 - Slide

Sprachmittel, Aufgabe 32

Slide 10 - Slide

Fragen und Antworten, Aufgabe 34
- werk in tweetallen
- de een stelt de vraag die er in het Nederlands staat in het Duits
- de ander geeft in het Duits antwoord op deze vraag
- Gebruik de Sprachmittel!
                              
Gebruik de Sprachmittel!

Slide 11 - Slide

An die Arbeit!
Aufgaben Kapitel 3
Oefenen met persoonlijke voornaamwoorden
Mondeling voorbereiden
Lernliste / slim stampen
Oefentoets
.............

Slide 12 - Slide

Lernziele
- Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e en 4e naamval toepassen
- Je kunt de sisklanken correct uitspreken (z, s, ss en ß)
- Je kunt de zinnetjes van de Sprachmittel gebruiken

Slide 13 - Slide

Ik heb de leerdoelen van deze les behaald
JA
Nee
Gedeeltelijk

Slide 14 - Poll

Ik wil/moet nog meer oefenen met de persoonlijke voornaamwoorden
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

Ik wil/moet nog meer oefenen met de Sprachmittel
Ja
Nee

Slide 16 - Poll


Slide 17 - Poll