This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welkom en pak alvast je leesboek
Slide 3 - Slide
Daltontijd: stillezen
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
nos.nl
Slide 6 - Link
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat kan je doen om achter de betekenis van een woord te komen?
Slide 10 - Slide
Context
doet ertoe.
De betekenis van een moeilijk woord in een tekst kun je soms vinden door woordraad-strategieën te gebruiken.
Je kijkt dan goed naar de context.
Dat is het tekstdeel rond het moeilijke woord.
Slide 11 - Slide
Ik loop naar de bank
Hoe weet je nu waar je naartoe gaat?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen.
B
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
C
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 14 - Quiz
Zoek tekstverband:
Vroeger hield hij van pasta, tegenwoordig houdt hij meer van pizza.n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdvolgorde (chronologie)
D
toelichting
Slide 15 - Quiz
Zoek tekstverband:
Hij houdt van pannenkoeken, maar niet van pizza.n.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdvolgorde
(chronologie)
D
toelichting
Slide 16 - Quiz
Mender Marinus en de twaalf hechtingen
Toen ik vorige week naar het ziekenhuis moest, was ik bijna te verkouden, maar doordat ik een negatieve test had, mocht ik toch komen. Dus hoppakee, het mes erin.
Omdat ik niet graag geopereerd word, was ik blij dat het zo maar weer klaar was. Bovendien waren de mensen erg aardig. Ook vond ik het fijn dat niemand zijn initialen in mijn wang heeft gehecht. Dat had gekund, want tijdens de operatie was ik verdoofd. Echt zo.
Al met al bleek het gesneden koek voor de chirurg en ben ik al snel gehecht aan mijn nieuwe, strakke kaaklijn!