Wereldoriëntatie 5/6 - Begrijpend lezen - Wie is de baas?

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5,6

Introduction

Digibordles

Begrijp ik de tekst?

Introductieslide

Ik onderscheid feiten en meningen in de tekst.

Ik vat samen met hulp van een schema.

A

B

F

E

D

C

Abdul

Ali

Megan

“Ik zou als eerste scholen voor meisjes openen.”

“Het lijkt me wel leuk om de hele tijd in zo’n mooi

blauw pak te lopen.”

“Stemmen is beter dan macht erven, want vaardigheid

is niet erfelijk.”

“Ik vind het goed dat je koning wordt door je ouders, want dan heb je als kind al gezien wat de taken zijn.”

“Ik geloof dat vrouwen zich beter in anderen kunnen

verplaatsen.”

“Als je je aan de regels houdt, is het nu veiliger.”

Feit:

- Een feit kun je bewijzen of controleren.

- Over een feit kun je niet van mening verschillen.

- Het is dus waar of niet waar.

Bijvoorbeeld: Sophie woont in Utrecht.

Mening (of wens):

- Een mening is iets dat jij of iemand anders vindt. 

- Een ander kan hier anders over denken. 

Bijvoorbeeld: Anne vindt Utrecht een prachtige stad.

Jullie gaan straks alle meningen in de tekst markeren.

We gaan alle feiten die over het besturen van een land gaan, in een schema met elkaar vergelijken.

Welk schema kunnen we hier het beste voor gebruiken denk je?

De leerkracht doet het voor.

We doen het samen!

Lees met je maatje de rest van de tekst.

Markeer alle meningen in de tekst.

Zet alle feiten over het besturen van een land in het Venndiagram.

Konden jullie de feiten

en meningen van elkaar onderscheiden?

Waren er momenten dat jullie twijfelden? Waarbij was dat?

Hoe ziet jullie Venndiagram eruit?

Helpt het diagram bij het begrijpen van de tekst?

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.

Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 

Tot de 

volgende keer!