Wereldoriëntatie 5/6 - Ik wil meer weten! - Van zee naar regen en weer terug


Ik wil meer weten!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Introduction

Digibordles

Items in this lesson


Ik wil meer weten!

Slide 1 - Slide

Ik kan uitleggen hoe de korte waterkringloop werkt.
Ik kan uitleggen hoe de lange waterkringloop werkt.

Slide 2 - Slide

Bekijk de titel van het artikel, maar lees de tekst nog niet.
 
Wat valt op aan de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat is dit voor een tekst denk je?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Wat is het doel van de schrijver denk je? Waar zie je dat aan?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Wat weet je er al van?

Slide 3 - Slide

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Slide 4 - Slide

Woordenschat:
daaruit, ontstaan, waterkringloop,
daardoor, verdampt (verdampen), waterdamp, waardoor,
condenseren.
De leerkracht doet het voor.

Slide 5 - Slide

Woordenschat:
vasthouden, hagelen, mogelijkheden,
komt terecht (terecht komen), grondwater, via..
We doen het samen.

Slide 6 - Slide

Waar beginnen de korte en de lange waterkringloop?
Waarom is de zon belangrijk bij de waterkringloop?
Waarom duurt de lange waterkringloop langer dan de korte waterkringloop?

Vergelijk de impact van de korte en lange waterkingloop op de natuur. Welke heeft volgens jou meer invloed en waarom?
Stel dat je de waterkringloop moet uitleggen aan jongere kinderen (bijv. groep 3). Welke delen van de uitleg zou je vereenvoudigen en waarom?
Maak in twee simpele tekeningen duidelijk wat verdampen en condenseren is.

Slide 7 - Slide


Facultatief: oefenen van de toetsvraagstelling.
Toetsvraag:
Welke van de volgende beweringen is waar over zowel
de korte als de lange waterkringloop?
A) Beide eindigen altijd in de zee.
B) Beide beginnen met de condensatie van water.
C) Beide kringlopen omvatten verdamping, condensatie en neerslag.
D) Beide vinden alleen plaats in gebieden dicht bij de zee.

Slide 8 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?
Klopte ons idee over het doel van de schrijver?
Bespreek de antwoorden op de tekstgerichte vragen en de toetsvraag.

Slide 9 - Slide

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 

Slide 10 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 11 - Slide